De Franse zieneres Madeleine Porsat kreeg in de meimaand van 1866 de opdracht van Maria om de volgende boodschap aan de mensen bekend te maken.
Daar deze Boodschap van Maria van mei 1866 zulk een wonderlijke overeenkomst heeft met de waarschuwing van GARABANDAL, welke voor de naaste toekomst schijnt te zijn, daarom willen wij u hiervan kennis laten nemen:
Die Franse Zieneres maakt het aldus bekend: “Luister mijn kinderen, naar wat Maria, onze Moeder, me opdraagt u bekend te maken: Dit is het einde der tijden. Dit is het einde van het kwaad en het begin van het goed. Het is geen gewone gebeurtenis, het is een belangrijk tijdperk dat beginnen gaat: het DERDE.
‘Na de Vader, Die ons heeft geschapen om Hem te erkennen, Hem te beminnen en Hem te dienen,
na de Zoon, Die ons heeft gered, geschiedt het nu, dat de Vader en de Zoon, om ons te vertroosten, ons hun zegevierende Geest zenden met Zijn Bruid Maria!
Er zijn reeds vele crisissen geweest, in “1789” is slechts Frankrijk ten val gebracht; dat wat komt zal de omverwerping van de wereld zijn.
De zevende crisis zal uitlopen op de pijnlijke vernieuwing.
De wereld zal geloven dat alles verloren is, vernietigd! …..
Ontzaglijke verwarring op de woelige zee.
Alles wat niet op het Schip is wordt verzwolgen;
Het Schip gaat heen en weer. “Petrus heb vertrouwen!” De Ark komt uit de storm en het wordt rustig.
Zelfs in de Kerk zal men denken, dat alles verloren is.
Maria verschijnt! Er is verwarring, verwarring zelfs onder de priesters.
Toch zal men naar de katholieke priesters moeten gaan om de absolutie en de zegen te vragen.
Maria is Middelares, maar Zij kan niet de zonden vergeven. Dat is de functie van de priester.
Veel eersten zullen de laatsten zijn.
De kinderen, die niet in het kwade zijn, willen tot de eersten behoren en zullen hun Onbevlekte Moeder zien.
Het boek is niet geopend naar de wereld gekeerd, open voor de ogen van allen:
Dat is voorbehouden voor het Laatste Oordeel, maar zó naar ieder persoonlijk gekeerd.
God brengt de eerste openheid van het geweten van iedere ziel tot stand door de zorg van Maria, tedere Moeder!
Dat zal een mysterieus zelfonderzoek zijn, zonder kwetsing van de eigenliefde; tussen de Moeder en haar kinderen.
Het is de biechtstoel van Maria ….
Maar welk een verwarring! Wat een afschuw van zichzelf!
Wat een berouw! Wat een smart, wanneer eenieder tegenover de zuiverheid van Maria als in een eigen spiegel zijn eigen snoodheid zal zien.
En wat een tranen van boetvaardigheid om alles af te washriftsen! Die arme satan!
Hij meent alles tegen God gebonden te hebben en Maria heeft hij niet gebonden.
“ZIJ ZAL HEM TREFFEN EN HEM ONDER DE HIEL DE KOP VERPLETTEREN!” .
Deze Boodschap van 1866 komt zo wonderlijk overeen met de te verwachten WAARSCHUWING van GARABANDAL, dat we u dit niet wilden onthouden.