In de geschiedenis van de Maria verschijningen en openbaringen heeft geen enkele dokter ooit zo’n belangrijke rol gespeeld als Dr. Ricardo Puncernau.
Op 18 september 1984, nadat zijn gezondheid continu achteruit was gegaan ten gevolge van twee zware hartaanvallen, stierf Dr. Ricardo Puncernau aan een embolie in de leeftijd van 66 jaar. Hij liet als een soort legaat de herinnering na van een voorbeeldig Christelijke gentleman, en zijn geleerde en veelomvattende studies van de gebeurtenissen van Garabandal.
De waarde van zijn studies zullen naar alle waarschijnlijkheid alleen bevestigd worden na de voltrekking van de voorspelde grote gebeurtenissen en de uiteindelijke goedkeuring door de kerk van de verschijningen van Garabandal.
Voor zijn dood vertrouwde Dr. Puncernau aan pater Francois Turner O.P. toe, dat de Heilige Maagd één keer tegen Conchita had gezegd (die voor dokters op haar hoede was geworden), dat deze dokter ‘bueno’ oftewel goed was, en dat ‘sus trabajos triunfaran’ ofwel zijn studies (van Garabandal) zouden zegevieren. Dit zou plaatsgevonden hebben in september 1962. Conchita schreef op haar manier hierover in haar dagboek: ‘Dokter, de Heilige Maagd vertelde mij dat zij zeer blij met u is en dat u door uw werk God eert en dat waar u studie van maakt eens werkelijkheid zal worden en dat u zult zegevieren.’.Naast Puncernau waren ook andere wetenschappers betrokken bij Garabandal. De betreffende verslagleggingen vindt u op de volgende pagina’s.
Dr. Puncernau
Hieronder volgt de redevoering van Dr. Ricardo Puncernau, psychiater, over zijn onderzoek naar de mystieke verschijnselen van Garabandal
Barcelona, 18 juni 1966 – Voor een nokvolle zaal in het muziekpaleis te Barcelona verklaart Dr. Puncernau publiekelijk zijn bevindingen over zijn onderzoek naar de kwestie Garabandal (besluiten die tot op heden door niemand werden beantwoord). Het moge duidelijk zijn dat Dr. Puncernau geen kerkelijke uitspraak doet, of allerminst zelfs die gedachte zou hebben. Dr. Puncernau deed enkel en alleen wetenschappelijke vaststellingen! Belangrijk is dat deze vaststellingen publiekelijk en ondertekend kenbaar gemaakt werden, iets waar in die tijd veel moed voor nodig was.
De 7 hypothesen en conclusie volgens Dr. Puncernau:
- Bewuste simulatie
- Onbewuste simulatie (klassieke hysterie)
- Hallucinatie
- Diepe hysterie met hysterische obnubilatie van het zelfhypnotische type
- Heterohypnose
- Psychose
- Feiten van parapsychologische aard
- Conclusie
Hypothese 1 – Bewuste simulatie
Als men de feiten in het geheel bekijkt, is bewuste simulatie niet mogelijk. De verschijnselen duurden meer dan anderhalf jaar en traden veelvuldig en hevig op. Het is voorgekomen dat een extatische toestand of trance bijna zeven uur duurde. De verandering in de meisjes tijdens een extase is onnavolgbaar. Op vele films en foto’s ziet men hen in extatische toestand en blijven zij volkomen rustig en verrukt, zonder met het visioen te spreken en zonder te zingen, soms met z’n tweeën, drieën of vieren tegelijk.
De gelijktijdige verandering in de gemoedstoestand, die zich op het gelaat weerspiegelt – in een onderdeel van een seconde en met precies dezelfde bewegingen – wijst (hoeveel proeven er ook genomen zijn) de mogelijkheid van simulatie van de hand. Wij zullen later nog op dit belangrijke punt terugkomen. De serie gelijktijdige gebeurtenissen, die wij in de loop van dit overzicht zullen behandelen, sluiten eveneens de mogelijkheid van een “komedie” uit. Niemand, zelfs niet zij die er niet in geloven, neemt aan dat het simulatie is. Het is merkwaardig, dat de enigen die deze oplossing aannemelijk vinden, of tenminste zeggen te vinden, enkele van de meisjes zelf zijn, toen zij de echtheid van hun visioenen loochenden! Zij beweren, dat zij de visioenen zelf opgeroepen hebben. Eén van hen heeft zelfs over inmenging van de duivel gesproken. Niet dat hun visioenen de duivel voorstelde, maar dat hij zijn tussenkomst er voor verleend had en nog steeds gaf.
Hypothese 2 – Onbewuste simulatie
Het is bekend dat men de hysterische neurose de grote simulant heeft genoemd. In dit geval zou de simulatie onbewust of misschien halfbewust zijn. Laten wij eerst de feiten op zichzelf bestuderen en vervolgens de persoonlijkheid van de zieneressen:
De trances of extatische toestanden: Gedurende de extases, mystieke geestes vervoeringen of trance toestanden treedt verlies van gevoel en zintuiglijke waarneming op. Medische experimenten, meerdere malen herhaald door verschillende collega’s bevestigen dit. Er zijn drie soorten van trance: in rust, in de vorm van lopen en in de vorm van extatisch neervallen.
Tijdens één van de wandelingen in een trancetoestand; soms bij snelle marsen die meer weghadden van een wedren, is het wel eens gebeurd, dat zij (één van de zieneresjes) in botsing kwam met iemand, die haar daarop een harde duw gaf. Het hoofd van het omvergeduwde meisje kwam in harde aanraking met de straatstenen. Zij stond echter rustig op zonder uit haar trance-toestand te geraken, en zonder het minste vertoon van pijn of schrik. Toen zij later bijkwam, had zij geen overblijfsel of bloeduitstorting. Toen men het meisje ernaar vroeg, zei zij dat zij tijdens het visioen alleen een lichte schok had gevoeld, dat met een zwakke stroom te vergelijken was.
De intensiteit van de extase is verschillend: soms heel sterk, soms weinig. Bij een weinig diepe extase is het mogelijk dat er slechts een geringe verandering in de gelaatstrekken optreedt, en zelfs een licht knipperen van de oogleden kan worden opgemerkt. De reflexen van pupil en hoornvlies zijn gedurende de trancetoestand normaal. Het sterke flashlicht dat altijd een snel zich sluiten van de oogleden teweegbrengt, heeft op de meisjes helemaal geen invloed ondanks, zoals wij zeiden, dat de reflexen van de pupil normaal blijven.
Enkele houdingen tijdens het in extase neervallen herinneren aan die welke wij tijdens hysterische crisis zien gebeuren, namelijk bij klassieke hysterie, die tegenwoordig nog maar zelden voorkomt. Toch is hierbij geen echte “arc de cercle” opgemerkt. Ik heb het tenminste nooit gezien.
De wijze waarop de trances zich ontwikkelen is zonder stormachtige bewegingen of krampachtige veranderingen van houding. Evenmin komt de onaangename toegift van tranen, zuchten, drama’s of pathetische kwezelarijen voor. De terugkeer tot de normale toestand is onmiddellijk. Het gelaat van de meisjes is glimlachend, vredig. Alles verloopt volgens een soort orde en serene rust. Het spierstelsel van de meisjes tijdens de trancetoestand verkrijgt een speciale plastische stevigheid dat herinnert aan wat de medische wetenschap “flexibilitas cérea” noemt, maar met vergroting van de musculaire elasticiteit. Het is vreemd op te merken, dat gedurende de extases de meisjes niet naar dezelfde plaats kijken. Hier moeten wij opmerken, dat het in werkelijkheid innerlijke of intellectuele visioenen betreft. Ook als hun ogen geblinddoekt worden blijven de meisjes precies hetzelfde visioen zien. Bij het behandelen van de hallucinatie, moet hiermee rekening worden gehouden.
De persoonlijkheid van de zieneressen
Het neurologisch onderzoek van de meisjes levert een normaal resultaat op. Maria Dolores en Conchita hebben snelle reflexen, Jacinta en Maria Cruz daarentegen reageren langzaam en kalm. Bij het psychologisch onderzoek kon men eveneens een gradatie in dezelfde volgorde vaststellen: Conchita, Maria Doleres, Jacinta en Maria Cruz.
De laatste twee hebben een minder levendige geest, zowel bij de zuivere intelligentieproeven als de algemene persoonlijksheids-beoordeling. Deze proeven zijn genomen toen de meisjes 11 en 12 jaar oud waren. Het gebrek aan cultuur en de prikkel hiertoe in een afgelegen plaatsje als Garabandal, is oorzaak dat – in vergelijking met stadsmeisjes van dezelfde leeftijd – zij geestelijk jonger zijn. Niettegenstaande hun geringe ontwikkeling hebben zij allen, maar hoofdzakelijk Conchita en Maria Dolores een goed ontwikkelde intelligentie van het intuïtieve type, met een opmerkelijk vermogen tot concentratie, oordeel en geheugen.
Hun gevoeligheid is van het goede soort en juist gericht. Hun vatbaarheid voor suggesties, wat in dit geval uiterst belangrijk is, werd beoordeeld en blijkt niet noemenswaardig van de normale norm af te wijken. Een rijke, zich uitende verbeeldingskracht, met een grote begripsvorming, fantasie en neiging tot verzinsels, trekt vooral bij Conchita de aandacht. Deze grote verbeeldingskracht is ook bij de andere zieneressen waargenomen, zoals bijvoorbeeld bij de H. Bernadette, Zr. Lucia van Fatima enz.
Alles tezamen genomen zijn het volkomen normale meisjes. Zij zijn vrolijk en ondeugend. Wij hebben bij hen nooit een toestand van pathetische kwezelarij opgemerkt, zoals hysterici gewoonlijk vertonen, noch voor, noch na de trances, en evenmin in hun gewone leven. Men vindt in hen geen zucht tot vertoon of om de aandacht te trekken.
De extases beginnen meermalen op ogenblikken, dat de aandacht van het publiek verflauwd is en zij de plaats reeds verlaten hebben. Soms heeft men één van de meisjes in extatische toestand, alleen op de berg aangetroffen. Het is ook duidelijk, dat de meisjes zelf wensen een visioen te zien. Toch gebeurt dit niet wanneer zij dit willen, maar wanneer het komt. Eén van de meisjes bleef tijdens de periode van de verschijningen, dagen en weken zonder visioen, ondanks dat zij het vurig wenste.
Ook moeten wij er op wijzen, dat de meisjes hun beweringen niet met argumenten verdedigen; zij beperken zich tot te zeggen en te herzeggen dat de H. Maagd het hen zo heeft meegedeeld. Zelfs in gevallen, dat het betrekkelijk gemakkelijk zou zijn een verklaring te vinden, wat hun vooral bij één of ander tegenstrijdig feit goed van pas zou zijn gekomen. Wij kunnen in het algemeen beweren, dat de zieneres zegt wat zij weet, ofschoon zij soms niet begrijpt wat zij zegt.
Alles wat hier gezegd is, en gezien het karakter van de zieneressen maakt, dat noch de feiten noch de meisjes iets te maken hebben met de typische neuroses of dat zij hysterische persoonlijkheden zouden zijn.
Hypothese 3 – Hallucinatie
Wat betreft de mogelijke verwarring van het waarnemingsvermogen, kunnen wij de veronderstelling van eidetisme, illusie, hatathym, pareidolie, hallucinatie, al of niet door vergiftiging, pseudo-voorstellingen, terzijde laten.
De gewone hallucinatie (gezicht, gehoor, reuk, gevoel) treedt op bij veranderingen in bepaalde hersenzones. De gecompliceerde hallucinatie is zeldzaam en gaat gewoonlijk gepaard met een belangrijke neuropsychische verwarring. In het geval dat ons bezighoudt, behalve dat het neurologisch onderzoek normaal is, zouden wij kunnen vaststellen, dat alleen een zeer ernstige verwarring van het waarnemingsvermogen optreedt, terwijl daarentegen de psychische rest bij de meisjes normaal blijft. De gecompliceerde hallucinaties bij zielsziekten gaan altijd gepaard met een algemene psychische afbraak. In een enkel geval kunnen toch gecompliceerde hallucinaties voorkomen: in hypnotische toestand. Dit zullen wij later nog onder de loep nemen, maar op dat ogenblik volstaat het te zeggen, dat iets heel belangrijks deze mogelijkheid uitsluit.
Men heeft getracht drie of vier meisjes tegelijk te hypnotiseren en hun te suggereren dat zij een vrolijk of onaangenaam visioen zagen. De emotionele toestand was ongeveer dezelfde, maar men bereikte geen gelijkheid noch gelijktijdigheid, in tegenstelling met wat in Garabandal gebeurt. Wij kunnen als besluit zeggen, dat de extatische toestand het tegengestelde is van de hypnotische. Beide plaatsen de persoon buiten het niveau van normaal bewustzijn. Maar de aanblik verschilt. Het is alsof de ene persoon met geweld weggetrokken wordt, naar buiten, naar omhoog, en de andere zich dieper in zichzelf terugtrekt. Bij beiden wordt het bewustzijnsniveau weggewist. De ene zouden wij bovenbewust, de andere onderbewust kunnen noemen. In de diepste hypnotische toestand treedt inderdaad onbeweeglijkheid van de gelaatstrekken op, uitdrukkingsloze, strakke ogen, wijd opengesperde oogleden, vervlakking van de plooien bij de neus en lippen, maskerachtig uiterlijk, over het geheel genomen geeft het een aanzien van traagheid of een soort slaaptoestand. Vergelijkt U dit eens met de levendigheid van gelaatsuitdrukking bij de extases in Garabandal, waar de meisjes droevig, pathetisch, glimlachend of in verrukking zijn.
Aan de andere kant is het onmogelijk dat een groepje van vier personen op natuurlijke wijze en uit eenzelfde plotseling optredend verschijnsel komt, dat op hetzelfde ogenblik en gedurende dezelfde tijd door allen precies wordt weergegeven en waarbij dezelfde plotselinge veranderingen optreden. Wij bevinden ons tegenover zulk een onverklaarbaar verschijnsel dat volgens dokter Etienne de Greef wij het recht hebben hier aan een wonder te geloven.
Hypothese 4 – Diepe hysterie
Eén van de hypotheses die men heeft opgesteld, is de volgende: tengevolge van een heftig emotioneel ogenblik, veroorzaakt door een gevoel van schuld, in dit geval is het stelen van de appels en het commentaar van de meisjes over de duivel en de engel (bekend genoeg), is een kringvormige stroom opgewekt van een diep suggestief of misschien hypnotisch type, wat aanleiding kan geven tot een hysterische autosuggestieve belevenis. In plaats van hallucinatie zou zich toen een pseudo-waarneming hebben voorgedaan. In dergelijke gevallen treden soms buitengewone lichamelijke prestaties op. De obnulatie kan vele uren duren. Gezien de moeilijkheid een zo grote verhoging van de vatbaarheid voor suggesties bij vier meisjes tegelijk te bewerkstelligen, veronderstelt men dat deze inductie in groepsverband onbewust door Conchita geleid zou zijn.
Deze inductie zou langzamerhand versmolten zijn en vandaar de latere individualisering van de visioenen en verdwijning bij één der meisjes. Als een kind, dat het feest van de Driekoningen met grote spanning tegemoet ziet, erg vatbaar voor suggesties is, kan het voorkomen, dat het de bewuste nacht de soevereine personen zelf denkt te zien (nota vertaalster: In Spanje brengen de Drie Koningen de kinderen ’s nachts geschenken).
Het is echter moeilijker te verklaren wat uitsluitend door verhoging van het suggestievermogen, in een hypnotische trancetoestand gebeuren zal. En dit bij vier meisjes tegelijk wat de dingen nog veel ingewikkelder maakt. En dat deze vier meisjes, die zo gemakkelijk onder suggestie zouden komen, dan nog in hetzelfde dorp wonen, maakt alles nog moeilijker. Naast de hier aangevoerde argumenten, bestaat er nog een aantal verschijnselen van ogenblikkelijke telepathie, soms over grote afstand en soms bij personen, die niet op de hoogte van de feiten zijn; verschijnselen van helderziendheid, van hierognosie.
Belevenissen, waarvan de echtheid niet betwijfeld kan worden, bij personen die vaak in twijfel weggegaan waren, soms na verloop van een paar dagen en op ogenblikken, dat zij zich totaal niet bezighielden met de problematiek van Garabandal. Verschijnselen van dwangmatige pogingen zowel van fysieke en psychische aard, geestelijke veranderingen in het diepste innerlijk van de mens, en in zijn geestesstructuur. Al deze feiten overtreffen verre het zuiver hysterisch-hypnotisch verschijnsel, zelfs wanneer wij rekening houden met de natuurlijke catatonische vervorming, die altijd een grote rol speelt, vooral in deze gevallen.
Iets anders waar wij tenslotte op moeten letten, is het feit dat wanneer het scheen dat volgens onze veronderstelling de positieve inductie, bij één van de meisjes opgelopen was, deze toch opnieuw en bij herhaling visioenen kregen.
Hypothese 5 – Heterohypnose
De hypnotische inductie toegepast door een ander persoon, vereist óf de tegenwoordigheid van de hypnotiseur, die daar beslist niet aanwezig was, óf een ander medium, een stem of image, dat om zo te zeggen de suggestie op afstand van de hypnotiseur overdraagt. Zelfs wanneer wij de mogelijkheid van een post-hypnotische suggestie overwegen, kan dit de onvoorziene veranderingen niet verklaren, die al naar de omstandigheden zich voordeden optraden en waaraan de zieneressen hun houding volledig aanpasten en waarop zij soms luidop antwoord gaven. Bovendien moeten wij er aan denken, dat de trances gelijktijdig maar bij iedereen afzonderlijk plaats vinden.
Hypothese 6 – Psychose
Na alles wat wij reeds en naar voren gebracht hebben kan deze mogelijkheid eveneens terzijde gezet worden.
Hypothese 7 – Feiten van parapsychologische aard
Dit kan een verklaring zijn voor enkele van de verschijnselen, die in Garabandal zijn voorgekomen. Hoewel bij de huidige staat der wetenschap deze verschijnselen nog niet volledig doorgrond zijn, zouden wij moeten aannemen, dat door hun hoedanigheid en veelvuldigheid, het hier gaat om een geval, dat enig is in de geschiedenis der para-psychologische verschijnselen. Dit zonder na te laten rekening te houden, zoals wij reeds gezegd hebben, met de neiging tot katathym bij de mensen.
Hypothesen – Conclusie
Het organisme, waarop een mystiek verschijnsel invloed kan uitoefenen, van welke aard dan ook, houdt hierom niet op een menselijk organisme te zijn. Het mechanisme wordt door hersenen en een menselijke ziel in beweging gesteld. Zelfs wanneer er bovennatuurlijk inmenging in het spel is, in het doen ontstaan van deze verschijnselen, zou het resterende proces langs normale psychofisiologische banen verlopen.
Aan de andere kant is het niet de dokter, die aangewezen is om een oordeel uit te spreken of dit al of niet bovennatuurlijk is. De arts moet zich beperken tot het zoeken naar een zuiver natuurlijke verklaring der verschijnselen. In het geval van Garabandal, ofschoon er gedeeltelijke verklaringen mogelijk zouden zijn, staat het vast, dat geen enkele natuurlijke, wetenschappelijke verklaring gevonden kan worden, die op het totaal van al deze buitengewone verschijnselen van toepassing is…
Dr. Ortiz Perez. z.g.
Dr. Celestino Ortiz was een specialist in kinderziekten en kinderpsycholoog te Santander, Noord-Spanje. Deze medische studie over de zieneressen van Garabandal is een rapport van oktober 1962; het geeft verslag van alles, wat de schrijver heeft gezien te Garabandal vanaf de aanvang van de verschijningen.
“Ik meen bij de theologische studie, in verband met de kinderen te Garabandal, alvorens een oordeel te kunnen uitspreken. Ik baseer deze studie op mijn persoonlijke observatie op volgende data: 15 en 25 augustus, 13 september, van 5 tot 24 oktober, 23 november en 24 december 1961. Vervolgens 23 januari, 18 februari, 13 maart, 18 april, 5 mei, 16 juni, 18 juli, 23 augustus, 5 tot 21 september, 1 oktober, 4 en 25 november 1962.
De kinderpsychiatrie (jaren ‘ 60) is tegenwoordig zeer actief en heeft als fundamentele basis de experimentele kinderpsychologie, waardoor kennis van deze laatste volstrekt noodzakelijk is.
Antecedenten in de families
Ik ken geen enkel geval van psychologische stoornis in hun families. Er was ook geen bloedverwantschap tussen hun ouders.
Persoonlijke antecedenten
Zij hebben de typische besmettelijke kinderziekten gehad. Als bijzonder feit kan ik hier aan toevoegen dat Maria Dolores en Conchita de kinkhoest hadden in Oktober 1961; zij kregen hoestaanvallen tijdens de extasen; deze ziekte had een goedaardig verloop; zij duurde ongeveer een maand.
Huidige toestand
De kinderen verkeren in uitstekende gezondheid; zij ontwikkelen zich en groeien hard; wij constateren een normale psychologie in hun reflexies.
Leeftijd
Conchita, Loli en Jacinta zijn dertien jaar; Maria Cruz is twaalf. Hun verstandelijke ontwikkeling komt overeen met die van kinderen van 8 jaar in onze steden. Zij hebben zonder schokken of stoten de negatieve fase doorgemaakt welke de puberteit voorafgaat. Men bemerkt in hen geen enkele vorm van brutaliteit tegenover hun ouders, noch een neiging tot ongehoorzaamheid. Jacinta en Conchita traden de pubertiteitsperiode in bij de aanvang van de winter in 1961; men merkte geen verandering op in hun gedragingen ook niet in de extasen.
Voorafgaande gedragingen in hun sociaal milieu
Hun gedrag was en bleef onschuldig, zoals dat van kinderen die steeds de H. Communie ontvangen als er een mis is in de dorpskerk. Thans communiceren twee van hen tijdens de extase: zij ontvangen de H. Hostie uit de handen van een engel. Dit gebeurt gewoonlijk wanneer er geen H. Mis wordt opgedragen. Bij deze geheimzinnige communie, onderhouden de kinderen de gewone regels van voorbereiding en dankzegging. Psychologisch gezien dienen wij op te merken dat deze kinderen geen vriendschapskliekje vormden vóór de gebeurtenissen. Het gebeurde meermalen bij het verlaten van de school, dat zij niet met elkaar wilden spelen. Hun gedraging op school was als die van de andere kinderen, behalve, dat Maria Dolores opviel door haar goedheid. Hun gedrag thuis, hun gehoorzaamheid tegenover ouders en overheid verbeterde merkbaar vanaf het ogenblik, dat de verschijningen aanvingen.
Karakter
En zeer belangrijk feit dat wij bij de vier kinderen kunnen waarnemen is wel hun goed, vrolijk, zelfs ietwat guitig karakter. Dit is allerminst veranderd. Wel vinden wij in de psyche van het groeiend kind wisselingen in gevoelens en in de neiging van de wil en van het karakter. Bij de ziensters zijn deze psychologische reacties heel normaal. Maria Dolores en Conchita zijn zeer mededeelzaam; Jacinta en Maria-Cruz zijn meer gereserveerd. Allen blijven zij wat schuchter zoals deze kleine dorpelingen altijd zijn, zelfs nu zij wat meer sociaal worden door het feit dat talrijke vreemdelingen hun dorp bezoeken en de omliggende bergen ingaan. Vooral valt hun bijzondere glimlach op, die al de aandacht van zovele trok, van allen die het geluk hadden een onderhoud met hen te hebben. Ook moeten wij hier gewagen van hun goede natuurlijke manieren en vooral van hun naastenliefde, waarvan zij reeds zovele blijken gaven, ook ten opzichte van hun ergste belasteraars. Hun nederigheid en eenvoud is voorbeeldig.
Intellectuele ontwikkeling
Alle vier hebben zij een intelligentie, die even uitsteekt boven het gewone peil der kinderen van hun leeftijd en omstandigheden. Hun intellect werd niet gecultiveerd. Dit laatste is vooral het geval bij Conchita, die uitsteekt boven de anderen. De geringe verstandelijke ontwikkeling van deze bergkinderen is, naar ik meen, te wijten aan de duur van het onderwijs, die onvoldoende is. De kinderen gingen graag naar school. Men kan de kinderen geen verwijt maken over hun ontwikkeling. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de leemten, voortspruitend uit het klimaat en andere ongunstige factoren. Hun godsdienstige vorming danken zij in hoofdzaak aan de pastoor van Cosio, alsmede aan de school en aan hun familie. Zij staat in geen enkel verband met welk mysticisme ook.
Gedraging tijdens de slaap
Ik kan u verzekeren, doordat ik er vaak bij aanwezig was en de zaak onderzocht heb, dat de kinderen geen enkel afwijking vertonen noch in het ritme, noch in de diepte van hun slaap. Stoornissen in de slaap zijn een typisch teken dat steeds samen gaat met psychische afwijkingen bij het kind.
Reflexen
Bij de vier meisjes heb ik waargenomen dat zowel de motorische-, als gevoels- en psychische reflexen volledig normaal zijn. Zelfs gedurende de extasen blijven de motorische reflexen grotendeels normaal.
Hun oogpupillen behouden hun normale grootte, hun reflexen blijven ongewijzigd. Onmiddellijk na de extasen is er geen enkel teken waar te nemen van overgevoelige motorische en psychische prikkeling. Integendeel na deze toestand zijn de kinderen volledig normaal.
Beschrijving van hun extatische toestand
Deze begint doorgaans bruusk. Zij vallen op de knieën nee waar zij zich ook bevinden. Wij zouden kunnen zeggen dat zij ‘neerstorten’ want zij vallen met heel hun gewicht neer. Zij vertonen vanaf het eerste ogenblik een wonderlijke gerustheid. Hun ogen zijn open, en de oogpupillen kijken strak de hoogte in; de wimpers trillen niet, de oogleden blijven roerloos,, hun hoofd houden zij strak omhoog en een weinig achterover. Er ligt een onuitsprekelijke zachtheid op hun gelaat. Hun lichaam blijft stijf, zonder enige stuiptrekking of rilling. In het begin klopt hun pols sneller, maar wordt spoedig weer normaal. Het ritme der ademhalingsbewegingen is normaal. Op het ogenblik dat zij in extase treden vertonen zij de voutonucale reflexie van Peiper – houding met hyperextensie van de nek – deze is vooral typisch bij Conchita. Hierbij is het hoofd ongewoon ver naar achter gebracht als reactie op een plotselinge schitterende lichtstraal.
Het is opmerkelijk dat, ondanks het groot aantal extasen dat de ziensters doormaakten er in hen geen voorwaardelijke reflexen ontwikkelden en dat zij niet telkens wanneer hun ogen een intens licht waarnamen in extase vielen. Zij werden trouwens geregeld gefotografeerd met flash. Dikwijls ook met sterke apparaten (1000 watt); toch bracht dit licht hen niet in een extatische toestand. Wat hun stijfheid betreft, die is heel anders dan een lethargische samentrekking; zij heeft ook niets te maken met catalepsie.Ondanks de stijfheid van hun spieren, blijven hun gewrichten volledig buigzaam en normaal. Wanneer zij in deze toestand beginnen te lopen, is het alsof hun voeten een soort dans uitvoeren. Zij bewegen zich voort over de miserabele, puntige bergwegen, even goed achteruit als vooruit, de blik omhoog gericht en het hoofd ver achterover gebogen. Ze stappen nooit mis! Als ze ooit eens vielen, dan was het, alsof ze zelf op de grond gingen zitten. Dat heeft hen nooit pijn gedaan. Zij uren lang gelopen zonder schoeisel; toch vertoonden zij geen enkel teken van een ontsteking aan de voetzool.
De samenspraak met de verschijning , die zij zien, vindt meestal fluisterend plaats. Zelden maken zij zich verstaanbaar voor de omstanders. Men moet dan gebruik maken van een band-recorder. De rozenkrans bidden ze met luide stem. Ook zingen ze liederen. Prachtig, onvergetelijk mooi, zoals zij het Weesgegroet bidden. Ze doen er niet allemaal even lang over. Namelijk 20, 23, 24 of 25 seconden. Dit bewijst, dat er geen telepathisch contact tussen hen bestaat. In deze toestand tonen zij aan, dat zij buiten het terrein vallen van de medische wetenschap en ook buiten de wetten van de natuur. Ze reageren niet, als men hen pijn doet, b.v. als men ze prikt, enz. Doch na de extase reageren weer onmiddellijk hierop. het einde van de extase komt meestal na het maken van een groot, indrukwekkend kruisteken. Op hun lippen tekent zich dan een prachtige glimlach. Ze zijn dan onmiddellijk weer normaal, vertonen niet de minst lichamelijke of geestelijke vermoeidheid, ook niet al duurt de extase nog zo lang, soms zelfs tot vier uren toe. Dit alles is dus het tegenovergestelde van hetgeen men waarneemt bij aanvallen van hysterie, bij hypnose of telepathie.
Besluiten
Dr. Ortiz die onder zijn collega’s bekend stond als een zeer gewaardeerd observator op geneeskundig gebied, kwam tot de volgende conclusie:
- De vier meisjes zijn en blijven volledig normaal op pediatrisch en op psychisch gebied.
- De extasen waarin wij de kinderen herhaaldelijk aantroffen passen in geen enkel kader van psychische ziekten. tenminste voor zoverre de hedendaagse geneeskunde deze afwijkingen kent.
- Wanneer deze verschijnselen één of ander pathologisch karakter hadden, welke dan ook, dan zou men er gemakkelijk de tekenen van hebben kunnen waarnemen, gezien de lange duur van de verschijningen, die zich voordeden.
- In de kinderpsychologie, zowel de normale als de pathologische, vind ik geen enkele explicatie, waarmede aangetoond zou kunnen worden, dat we hier te maken hebben met natuurlijke verschijnselen. Op deze verschijnselen kunnen wij geen enkel licht laten schijnen; zij ontsnappen aan de werkelijkheid van de natuur.
- Onze grote ’trots’ valt neer, als wij geplaatst worden voor dilemma’s, zoals God die ons presenteert. Dit wijst ons op de beperktheid van ons medisch kunnen. Elke poging om met zuiver rationele middelen een bovennatuurlijk verschijnsel te behandelen, is in zich irrationeel en absurd.
Dr. Celestino Ortiz Perez – Kinderarts
Santander, Oktober 1962
Dr. Morales Noriega. z.g.
Dr. Luis Morales Noriega was psychiater en voormalig lid van de bisschoppelijke onderzoekscommissie naar de verschijnselen in Garabandal.
Bij het begin van de verschijningen had Mgr. D. Fernandez, de apostolische administrator een onderzoekscommissie ingesteld. De commissieleden bestonden onder meer uit Dr. Luis Morales, psychiater, Dr. Piñal, narcotiseur, kanunnik Francisco Odriozola als griffier, en enige theologen waaronder Don Juan del Val – Gallo, latere bisschop van Santander.
Deze commissie heeft slechts enkele malen Garabandal bezocht en enige extasen gecontroleerd. Zie lieten al spoedig merken dat zij absoluut niet in de verschijningen geloofden. En hadden volgens getuigenverklaringen van andere dokters, theologen en priesters zeer onwetenschappelijk gehandeld. Dit had onder meer tot gevolg dat Mgr. Vicente Puchol op 17 maart 1967 Garabandal afkeurde.
Dr. Luis Morales, die als enige psychiater in de commissie de extasen van de meisjes observeerde en controleerde, hield de kerkelijke autoriteiten voor dat de extases verklaard konden worden uit mogelijke natuurlijke verklaringen, gebaseerd op een psychologische theorie.
De genade kruipt echter waar het niet gaan kan, zo ook met Dr. Morales. Door de jaren heen veranderde hij van mening. En deze verandering van zienswijze vond haar weerslag in een lezing op 30 mei 1983 in de stadshal van Santander, het ‘Ateneo’ genaamd.
Tijdens deze lezing herriep hij zijn vorig standpunt. Hij verhaalde uitvoerig het verhaal van de verschijningen, de gevolgen van deze geschiedenis. De ‘providentiële’ spreiding van de boodschappen. De Voorzienigheid, God’s wil, was nu zo duidelijk in de hele zaak, dat voor hem, om te blijven ontkennen, zou betekenen “te vallen in een ketterij op mijn oude dag.” En dat zelfs eigenwijze lieden, stijfhoofdigen en twijfelaars genoodzaakt zijn deze mogelijkheid open te houden, “De H. Maagd verscheen aan de meisjes zoals zij was verschenen in Lourdes en in Fatima. Zij opende een nieuwe levensweg en bewerkstelligde een weg van gebed, offer en nederigheid. Zonder nederigheid is wijsheid niet mogelijk.”
Dr. Morales overleed op 12 oktober 1987.