Media archief

Media archief

Brochures en dvd’s , video over Garabandal

1. De encycliek Mysterium Fidei van Paus Paulus VI van 3 Sept. 1965 over de leer en de verering van de H.  Eucharistie..  Prijs 2,5 Euro- Inclusief porto.
2. De Schotse vereerster van het H. Sacrament, Margaret Sinclair. Prijs 2 Euro- Inclusief porto.
De Verschijningen van, O.L. Vrouw in Garabandal   Prijs: 2,5 Euro Inclusief porto.
4. Het Dagboek van Conchita.  Prijs 3 Euro Inclusief porto.
5. Rond het H. Sacrament. Een kleine bloemlezing over de dogmatische en mystieke kant van het H. Sacrament.
Prijs: 2,5  Euro Inclusief porto.
6 .Garabandal Nieuwsbrief.  Verschijnt onregelmatig. Wordt gratis verspreidt.
7. DVD:  “De Boodschap van Garabandal”Prijs €7,-  inclusief verzendkosten
                  “The Message of Garabandal”,        Prijs € 7.- inclusief verzendkosten
                  Le  Message de Garabandal”          Prijs € 7,- inclusief verzendkosten
                  ” De Boodschap van Garabandal  Videoband VHS, 54 minuten Kleur en Zwart/Wit
Prijs 10 Euro, inclusief porto.
8. De kus van Maria geneest.  Michael en Helen Roseluk in de Oekraïne. 2004
Ontroerende opnamen van genezingen door het kussen  van een door Maria gekuste medaille van Garabandal
DVD speeltijd; 43 minuten. Prijs € 7, – inclusief porto
9 De ooggetuigen van Garabandal. Ooggetuigen vertellen wat ze ervaren en gezien hebben.
Onder meer; Mgr. Juan del Val – Gallo. z.g., één van de vorige bisschoppen van Santander.
Pater Ramon Andreu. sj. Mevr. Salisachs Mercedes. Pepre Diez. enz.
DVD speeltijd 55 minuten. Prijs 7 Euro. Inclusief porto
10. Feest van Maria Onbevlekt Ontvangenis. Kapel van de Vrouwe van alle Volkeren. 8 dec. 1991
       Celebrant en predikant: Pater Amandus Korse. o.f.m  z.g.
       Ida Peerdeman z.g.  geeft uitleg over het schilderij  Prijs; € 7,-
.
Te bestellen bij: 
St. Garabandal Centrum Nederland
Wim Langeveld
J.P. Gouverneurlaan 43
2171 ES Sassenheim
E-mail adres: [email protected]
Tel. 0252-214191

Duitstalige boeken, tijdschriften en video’s over Garabandal

1. Robert François: “Meine Kinder hort auf  mich. Ich, eure Multer, liebe euch!”
2. So sprach Maria in Garabandal
Aus theologischer Sicht werden die Ereignisse in allgemein verstandlicher Form überzeugend dargestellt. Es wird klar, dass Maria in der Zeit des II. Vatik. Konzils, ausser den beiden Botschaften fiir die Menschheit, den Kindern eine geradezu himmlische Katechese zuteil werden liess über die Glaubenswerte, die auf dem Konzil fiir eine moderne Welt neu gefasst werden solIten. Das Buch wird im Anhang ergänzt durch einen hochinteressanten medizinischen Bericht iiber die Untersuchungen an den Seherkindern von Prof. Dr. med. Ricardo Puncernau. In einem weiteren Bericht im Anhang wird von Robert Francois Aufschluss ober die Zweifel und Leugnungen der Seherkinder gegeben.
232 Seiten, viele Bilder, farbiger Einband
3..Ramon Garcia de la Riva, Maria erscheint in Garabandal
Als Priester der Nachbardiozese hat er gelegentlich Don Valentin als Ortspfarrer in der Zeit der Erscheinungen vertreten und wurde Zeuge vieler Phanomene und Vorkommnisse, von denen er selbst sagt: “Das sind meine Erinnerungen an ca. 200 Erscheinungen des Erzengel Michael und Unserer Lieben Frau vom Berge Karmel, denen ich in Garabandal beigewohnt habe.” Seine Erkenntnisse iiber die Tatigkeit der Priifungskommission sind klar gefasst und werden im Anhang mit einer Reihe von Dokurnenten belegt. Der Bericht bringt eine gute Ergäinzung zu den beiden anderen Biichern und ist wegen seiner Authentizität ein wichtiger Beitrag zum besseren Verstandnis der Ereignisse von Garabandal.
160 Seiten, eigener Bildteil, farbiger Einband
4. Robert François: Vierundzwanzig theologische Kriterien zur Beurteilung von Garabandal
Als Antwort auf den Prüfungsbericht der Kommission hat der bekannte Mariologe Robert François, alias François Turner, eine theologische Betrachtung nach wissenschaftlichen Kriterien erstellt, die dem theologisch gebildeten Leser eine unabhängige Beurteilung der Phanomene erleichtern solI. Diese Broschiire ist zur Zeit der Drucklegung des Buches in Vorbereitung und kann (vor)bestellt werden beim Verlag.
5. Albrecht Weber: Garabandal der Zeigefinger Gottes
Die Erscheinungen der Jungfrau Maria in Spanien in dem kleinen kantabrischen Gebirgsdorf San Sebastian de Garabandal in den Jahren 1961 bis 1965 während der Zeit des H. Vatikanischen Konzils. Das Geschehen und die Prohetie bezogen auf die jetzige und die vor uns liegende Zeit.
Zweite erweiterte Auflage. ISBN 3-923673-11-6
Te bestellen bij:
WETO
Verlag Albrecht Weber
Postfach 1103
D-88701 MEERSBURG
Deutschland
Tel. 0049-75325913
Fax 0049-75321661

Boeken, Tijdschriften in het Engels

BOl  The Apparitions of Garabandal  by F. Sanchez Ventura y Pascual. Excellent account by an eyewitness of the events. Very good as a first book on he subject. $10.99
BO2 Star on the Mountain by Fr. M. Laffineur.
Account of the events from 1961 to 1967, by a witness. Much valuable information. $10.75
BO3 O Children Listen to Me by Robert Francois.Shows how the teachings of the Church came alive and were acted out at Garabandal. Many marvelous episodes from the events. $10.99
B04 She Went in Haste to the Mountain by Eusebio Garcia de Pesquera, O.F.M., Cap. The most comprehensive book ever written on Garabandal-a true classic that tells the whole story in vivid detail. 92 pages, l0l photos, quality sewn softcover. $25.
BO5 Our Lady Comes to Garabandal by Fr. Joseph Pelletier. Conchita’s entire Diary and related documents with valuable commentary by Fr. Pelletier. The whole story up to August, 1971. $9.95
B06 Garabandal- The ViIlage Speaks by Ramon Perez.. If you really want to know what happened at Garabandal, this book is a must. Chock-full of eyewitness accounts not found in any other book. One of the real classics! 59 photographs. $13.95 ,
B07 Miracle at Garabandal by Harry Daley..   Includes detailed accounts of the apparitions by Conchita herself, prophecy of the crisis in the
Church, the great prophecies and the Padre Pio “connection” (real, not a pious fable).The book received excellent reviews by Fr. Robert Fox and Malachi Martin. $10.99
BO8 Padre Pio (booklet) by Carl Wagner. $4.50 I
BO9 Eucharistic Vigil Guide. Numerous prayers, I guides for a holy hour or all night vigil. $5.25 .
Te bestellen bij:
The Workers of Our Lady of Mount Carmel
P.O. Box 606
Lindenhurst, NY 11757-606  USA

 ————————-

Publicaties

De drie pausen en Garabandal: de feiten opnieuw bekeken

Uit: Garabandal Internationaal Magazine
Editie januari – maart 2004
Door Geoffrey A.P. Groesbeck
Gedurende vele jaren heeft een aantal mensen dat een vooraanstaande rol speelt in de verspreiding van Garabandal, aangevoerd dat de regeerperiode van paus Johannes Paulus II het einde van de tijden zal inluiden. Hoewel dit aannemelijk lijkt, is dit geen vaststaand toekomstscenario.
Een van de meest verbazingwekkende profetieën van Garabandal betreft de drie pausen die de zalige paus Johannes XXIII (1958 – 1963) zouden opvolgen, en met name de laatste van deze drie: onze huidige paus, Johannes Paulus II (1978 – heden). Deze paus zal vermoedelijk getuige zijn van het grote wonder in Garabandal, en het einde van zijn pontificaat zal  vermoedelijk het “einde van de tijden” (“el fin de los tiempos”, in de originele Spaanse versie) inluiden.
De oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat er in de voorafgaande zin tweemaal het bijvoeglijk naamwoord “vermoedelijk” werd gebruikt. Dit is opzettelijk. Hoewel men erover kan speculeren dat paus Johannes Paulus II inderdaad de paus is die het wonder zal meemaken, zal het altijd daarbij blijven: speculatie. Het kan zijn dat hij het wonder zal zien, maar het zou ook kunnen zijn dat een ander het zal meemaken. We weten het gewoon niet.
Zeker is niettemin dat aan het einde van het primaat van deze huidige paus – wanneer dat ook moge zijn – een definitief einde van deze tijden, of ‘periode”, zal zijn aangebroken. In feite kan men op overtuigende wijze argumenteren dat deze tijd al gekomen is, een punt waarop meer gedetailleerd zal worden ingegaan in het tweede deel van dit artikel.
Maar laten we eerst kijken naar het kenmerk van de profetie dat betrekking heeft op de paus die het wonder zal zien. Dat we niet zeker weten dat het paus Johannes Paulus II zal zijn, moet zeker benadrukt worden. Gedurende vele jaren hebben enkele van Garabandal’s belangrijkste begunstigers de paus die het wonder zal zien, verbonden aan de paus wiens regeerperiode het einde van de tijden zal meemaken. Hoewel dit aannemelijk is, hoeft dit niet noodzakelijk zo te zijn.
Het oorspronkelijke gesprek
Om het geheel beter te kunnen begrijpen, moeten we eerst terugkeren naar de gebeurtenissen en deze onderzoeken zoals ze zich ontwikkelden door de tijd heen en in de juiste context. Het zorgvuldig lezen van het oorspronkelijke gesprek tussen Conchita en haar moeder brengt zeer interessante informatie naar voren, die vanwege haar subtiliteit gemakkelijk verkeerd kan worden geïnterpreteerd. Om deze reden moeten we eerst kijken naar de originele Spaanse tekst; deze is te vinden in “Se Fue con Prisas a la Montaña“, de Spaanstalige voorganger van “She Went in Haste to the Mountain”.
Op 3 juni 1963 – de sterfdag van paus Johannes Paulus XXIII – maakte Conchita, nadat ze had gehoord dat de kerkklokken van het dorp luidden voor de paus, een verrassende opmerking tegen haar moeder Aniceta: “Het is waar…nu zullen er niet meer dan drie [pausen] komen!” (Seguramente…Pues ¡ya no quedan más que tres!) Het is verrassend dat, hoewel dit de eerste keer was dat Aniceta deze aankondiging hoorde, Conchita deze al meer dan zes maanden eerder had gedaan tegenover anderen. Zij kreeg deze informatie zelf wellicht voor de eerste keer op 20 december 1962, zoals staat te lezen in een brief die Conchita’s tante Maximina stuurde naar vrienden diezelfde dag.
Uiteraard was Aniceta geschokt door deze mededeling en vroeg of dit betekende dat het einde van de wereld naderde (¿quiere decir que viene ya el fin del mundo?). Conchita antwoordde dat de Maagd niet had gezegd “het einde van de wereld”, maar “het einde van de tijden”. Verder, nadat haar werd gevraagd of deze twee niet hetzelfde waren, antwoordde ze slechts: “Nou, dat weet ik niet.” (Pués, no lo sé.)
Latere opmerkingen van Conchita rond deze zaak zijn er slechts sporadisch. We weten dat een paar dagen later (waarschijnlijk 5 juni) ze drie keer tegen enkele vrouwen opmerkte dat er nog slechts drie pausen zouden komen (digo también que ya sólo quedan tres Papas), waarna het “einde van de tijden” zou aanbreken. Hier voegde ze opnieuw eraan toe dat ze niet wist wat deze mysterieuze zinsnede betekende. Tenminste vier andere malen herhaalde Conchita deze uitspraak (waarvan eenmaal aan niemand minder dan de priester Lucio Rodrigo, die toen professor in de moraaltheologie was aan de Pauselijke Universiteit in Comillas).
Een van de personen tegenover wie Conchita deze boodschap herhaalde, was Moeder María des Nieves de García, de hoofdonderwijzeres van de school die Conchita korte tijd bezocht in Burgos. In dit gesprek, dat plaatsvond op 1 november 1966, maakte Conchita – in plaats van te zeggen dat ze niet wist of het “einde van de tijden” het equivalent was van “het einde van [alle] tijden” – een subtieler onderscheid.
Volgens Moeder des Nieves’ eigen aantekeningen had Conchita al eerder gevraagd aan de Maagd of deze twee gebeurtenissen een en dezelfde zouden zijn. Het antwoord was nadrukkelijk dat dit niet zo was. Verder merkte de Maagd op dat er meer dan twee pausen zouden komen na de toenmalige paus (Paulus VI, 1963- 1978), en dat dan het einde van de tijden zou komen. We weten niet wanneer Conchita dit vernam, behalve dat het uiteraard moet zijn geweest nadat Paulus VI tot paus was benoemd.
Latere commentaren en verwarring
Na de laatste van deze eerste gesprekken met anderen, weten we niet of er aanvullende opmerkingen zijn gemaakt door Conchita over de kwestie. Als deze echter gemaakt zouden zijn, lijkt het waarschijnlijk dat ze snel zich verspreid zouden hebben onder de Garabandal aanhangers. Omdat hier nergens bewijs voor is te vinden, lijkt het daarom veilig te beweren dat Conchita’s opmerkingen, zoals opgetekend door haar voormalige hoofdonderwijzeres (en anderen) 37 jaar geleden, waar zijn en dat hier niets nieuws aan is toegevoegd. Als dat zo is, kunnen we tenminste het volgende met zekerheid constateren:
Paus Johannes Paulus II is de laatste van de drie resterende pausen waar expliciet naar wordt verwezen na paus Johannes XXIII.
Het einde van de tijden – maar niet het einde van de tijd zelf – zal samenvallen met het einde van het pontificaat van de huidige paus.
Dat het “einde van de tijden” in bepaald opzicht een zwaarwegend criterium is, is overduidelijk. Een anekdotische suggestie over hoe serieus Conchita deze profetie neemt, komt naar voren door haar reactie op het nieuws van de dood van paus Johannes Paulus I, wiens korte regeerperiode van 26 dagen eindigde op 28 september 1978. Een van haar kennissen die bij haar was op deze dag, merkte op dat de zieneres zichtbaar geagiteerd raakte door het nieuws van het overlijden van de paus. Dat de dood van Johannes Paulus I zo’n sterke reactie bij haar opriep, is ongetwijfeld iets dat niet licht mag worden genomen.
Aan de andere kant hebben sommigen, in een poging om de overtuiging te onderbouwen dat de huidige paus de laatste zal zijn (en in dit geval, van alle tijden), geprobeerd – foutief – Conchita’s opmerkingen te verbinden met de zogenaamde profetieën van sint Malachi (Malachy), een elfde-eeuwse Ierse monnik. Er bestaat echter, zoals velen weten, op geen enkele wijze een verband. De beweerde voorspellingen van sint Malachy zijn feitelijk vals; ze zijn het werk van een Belgische monnik, Arnold de Wion (of de Wyon), die deze zes eeuwen na het overlijden van de veronderstelde auteur opschreef.
Een poging tot opheldering.
Waar komt dan de voorspelling vandaan dat een paus het wonder zal zien, en kunnen we beweren te weten welke paus dit zal zijn?
Volgens de priester García de Pesquera maakte Conchita ergens in September 1962 de opmerking dat de paus – wie dat ook mocht zijn tegen die tijd – het grote wonder zou zien, of hij nu in Garabandal was of ergens anders. Deze voorspelling werd ruwweg drie maanden eerder gedaan voordat de Maagd Conchita vertelde over de drie resterende pausen. Het is interessant op te merken dat de Gezegende Moeder in dit voorafgaande gesprek niet stelde dat de paus die het wonder zou zien, ook de laatste van de drie pausen zou zijn die de toenmalige paus Johannes XXIII zouden opvolgen.
Op gelijke wijze kan worden vastgesteld dat tijdens de verschijning in december datzelfde jaar, de Maagd niet zei dat de derde (of enige) paus het wonder zou zien. Met andere woorden, Haar opmerkingen aangaande een paus die het wonder zou zien werden gedaan in september 1962, zonder verwijzing naar een bepaalde paus. En in Haar latere uitspraken met het oog op het aantal resterende pausen, zei Ze ook niet dat een van hen degene was die het wonder zou zien.
Hieruit kunnen een aantal conclusies worden getrokken, waaronder de mogelijkheid dat elke of toekomstige paus na Johannes XXIII het wonder zou kunnen zien – of reeds heeft gezien. Dit zou paus Paulus VI, Johannes Paulus I, Johannes Paulus II of enige opvolger kunnen betreffen (ervan uitgaande dat er een opvolger wordt gekozen na de huidige paus).
Het is waarschijnlijk veilig aan te nemen dat noch Paulus VI noch Johannes Paulus I het wonder hebben gezien, omdat er dan zeker iets over gezegd zou zijn. We weten natuurlijk dat pater Luís Andreu en Pater Pio het wonder hebben gezien, maar verder moet worden verondersteld dat niemand anders hetzelfde privilege heeft gekend, ook geen paus. Als paus Johannes Paulus II de laatste paus van alle tijden zou zijn, zou het een logische consequentie zijn dat hij het wonder zal zien. Als hij echter niet de allerlaatste paus is, maar de laatste paus van de(ze) tijden, dan hoeft hier niet uit voort te vloeien dat hij per definitie de paus is die getuige zal zijn van het wonder.
Dus hebben we het recht er van uit te gaan dat onze geliefde paus, Johannes Paulus II, het wonder zal zien? In feite hebben we dat niet. Nogmaals, het kan aannemelijk lijken, maar er is geen direct verband tussen het wonder dat in Garabandal zal komen en welke paus dit zal zien.
Om deze theorie te onderbouwen, kijken we opnieuw naar “She Went in Haste to the Mountain”. Op pagina 486 staat een erg belangrijke zin die in 1963 is geschreven door pater Luís Lopez Retenaga, als samenvatting van wat zeker bekend was aangaande de paus die het wonder zal zien: “De Maagd heeft niet gezegd welke paus precies.”

Wat we zeker weten.
Aan de twee bovenstaande conclusies kan een derde worden toegevoegd: er zal een paus zijn die het grote wonder zal zien.
Het lijdt geen twijfel dat noch de pausen Paulus VI of Johannes Paulus I het wonder hebben gezien, waardoor de huidige paus …of een opvolger… overblijft als degene die het zal zien. Maar wat we nog steeds niet kunnen zeggen is of het inderdaad Johannes Paulus II is die het wonder zal zien.
De verleiding om dit te doen is weliswaar heel groot. Want, zoals sommigen beweren, als hij de derde paus is na de zalige paus Johannes XXIII, dan is hij toch de uitverkoren paus. Maar dit is niet terug te vinden in Conchita’s woorden. Wat we alleen maar zeker kunnen zeggen, is dat er een paus zal zijn die het wonder zal zien.
We kunnen deze zekerheid combineren met het feit dat het pontificaat van de huidige paus “het einde van de tijden” markeert, een zinsnede die vele dingen kan betekenen, wat hieronder zal worden uitgelegd. Maar we kunnen niet zeggen dat daarom deze paus ook noodzakelijk degene moet zijn die het wonder zal zien, omdat we niet weten of er een andere paus zal zijn na “het einde van de tijden”.
Als, zoals waarschijnlijk is, er een opvolger zal komen na paus Johannes Paulus II, dan betekent dit dat het pontificaat van de huidige paus het einde zal betekenen van een zekere periode (d.i. “het einde van de tijden”). Het betekent echter net zo min dat hij het wonder zal zien als dat hij de laatste paus ooit zal zijn.
Het cruciale punt is dat de zinsnede “laatste paus” onverbrekelijk is verbonden met “het einde van de tijden”. Dit is niets meer dan een herformulering van onze twee eerdere conclusies. En als het einde van de tijden betekent dat er een einde komt aan een bepaald tijdvak of periode (zoals García de Pesquera en anderen beweren), en dus niet het einde van de tijd in eschatologische zin, dan is het niet tegenstrijdig te beweren dat er een opvolger van de paus kan komen, en dat het daarom mogelijk is dat een andere paus het wonder zal zien dan de overleden Paus, Johannes-Paulus II

*************

PUBLICATIE 2

 

HET MYSTERIE VAN GARABANDAL

Het loon der vromen in de nieuwe schepping.
Openbaring. Hoofdstuk 21: 1- 5 van het Nieuwe Testament
1. Toen zag ik een nieuwe hemel en een nieuwe aarde;
2. want de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen, ook de zee bestond niet meer.
En de heilige Stad, het Nieuwe-Jeruzalem, zag ik neerdalen van God uit de hemel,
toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid.
3. En ik hoorde van de Troon een machtige stem, en ze sprak:
Zie, de Woonstede Gods bij de mensen: Hij zal zijn Tent bij hen spannen.
Zij zullen zijn volk zijn, Hij: God met hen! ‘
4. Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer zijn.
Geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij !
5.  En Die op de Troon is gezeten, sprak:
Zie, Ik maak alles nieuw!

 

VOORWOORD

   Het mysterie van Garabandal, daar zal deze publicatie geheel aan gewijd zijn.(Inhoud van de Garabandal Nieuwsbrief Nr.10) Tientallen jaren van verbondenheid met Garabandal, via ontmoetingen  met de zieneressen, hun familie, dorpsbewoners, priesters en theologen, pelgrims, mensen die de Boodschap van Garabandal verspreiden, boeken en tijdschriften, video’s en  persoonlijke ervaringen, hebben mij een groeiend inzicht gegeven in wat de hemel in Garabandal aan Kerk en Wereld wil duidelijk maken en wat voor hemelse geschenken zij voor Kerk en wereld in petto heeft.
   De titel : “Het mysterie van Garabandal” is een toepasselijke titel voor wat hier volgt. Want het woord mysterie betekent in gewoon Nederlands onder meer: geheim, d.w.z. een werkelijkheid die voor de meeste mensen nog verborgen en onbegrijpelijk is en alleen bekend bij een enkeling of bij een beperkte  groep mensen. En voor wat bovennatuurlijke werkelijkheden betreft: die zijn alleen bekend bij de H. Drievuldigheid, de Heer Jezus, zijn H. Moeder, de engelen en de heiligen.
   In het mysterie van Garabandal worden bepaalde geloofswaarheden duidelijker en beter te begrijpen.
Daar zal eens door de H. Geest de nevel van onze onwetendheid worden weggeblazen door middel van het Grote Wonder. En het schitterende landschap van onze verlossing en de nieuwe schepping zal zich dan aan onze gekwetste geest openbaren.
   Innerlijk zullen wij dan in de Stilte van Garabandal die machtige Stem horen roepen: “Zie, Ik maak alles nieuw!”
En die machtige Stem heeft zich laten horen aan vier gewone dorpsmeisjes van Garabandal, via de Aartsengel Michaël en de H. Maagd, als O.L. Vrouw van de berg Karmel, de koningin van de profeten.
Bezit Wim Langeveld de sleutel tot de schatkamer van dit mysterie van Garabandal? Ik laat het aan de lezer over of deze  sleutel de juiste is. Wanneer het Licht bij het lezen van dit artikel in u ontstoken wordt, dan weet u dat het de juiste sleutel is, aangereikt door de Moeder Gods om haar kinderen troost en bemoediging te schenken om door deze barre tijden heen te komen. 
Wim Langeveld,  8 december 2002. Feest van Maria Onbvlekte Ontvangenis.  
                                
    DE DRIE BRANDPUNTEN VAN GARABANDAL
       Het cuadro, het kerkje en de pijnbomen

     

Ecstasies_Group_of_4_Image003
De meisjes in extase tijden de eerste verschijningen in 1961

Het woord ‘cuadro’ betekent in het Nederlands: ‘vierkant’.  Zo wordt de plek genoemd waar het dorp eindigt en het holle weggetje begint dat ‘callega’ wordt genoemd. Dit is de plaats  waar de Aartsengel Michaël voor het eerst verscheen op zondag 18 juni 1961, rond 20.30 in de avond aan de vier meisjes van Garabandal.
Om het groeiend aantal belangstellenden op een veilige afstand van de zieneresjes te houden, werd er door mannen van het dorp in de vorm van een vierkant een afscheiding van dikke takken gemaakt, zodat de meisjes beschermd werden tegen de opdringende menigte.
Was dit een plaats van toevallige ontmoeting tussen de aartsengel en de zieneresjes, of is het een door de hemel  bewust gekozen plaats? In de godsdienstgeschiedenis en in het bijzonder in die van de Verschijningen van Maria zijn de redenen waarom de hemel kiest voor bepaalde plaatsen voor ontmoetingen met de mensen voor ons (nog) verborgen.
De plaats waar de 1e verschijning  begon, ligt bijna exact midden tussen het kerkje en de pijnbomen.
Later zou Maria overal in Garabandal verschijnen. Zelfs diverse malen in de bergen, wanneer de zieneresjes op de weilandjes van hun ouders werkten, en alleen familieleden getuige waren van hun extasen.
De appelboom waar de meisjes de groene, onrijpe appeltjes plukten, enige meters van het cuadro, kan men zien als een symbool van de boom van het paradijs: de boom van kennis van goed en kwaad, het symbool van de ongehoorzaamheid van onze oerouders. Met als gevolg de  erfzonde, die de menselijke natuur zo heeft beschadigd, dat de verhouding tussen God en Zijn schepselen werd verstoord. Met tevens als gevolg dat de dood in de mensengeschiedenis haar intrede heeft gedaan en de mensheid door de eeuwen heen door zijn
ik – gerichtheid ook niet meer met zijn medemens op een harmonische kan samenleven. Gevolg: persoonlijk en universeel lijden, ruzies en oorlogen, natuurrampen, enz.
Alle mensen zijn betrokken in de zonde van Adam. De heilige Paulus bevestigt dit: “Door de ongehoorzaamheid van één mens werden allen zondaars” (Rom. 5, 19). “Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben …”(Rom. 5, 12). Tegenover de universaliteit van de zonde en de dood stelt de apostel de universaliteit van het heil in Christus: “Zoals de fout van één leidde tot veroordeling van allen, zo leidde de gerechte daad van Eén  alleen tot vrijspraak en leven voor allen” (Rom. 5, 18).
Om terug te keren tot de zieneresjes: is het niet toevallig dat de hoofdzieneres Conchita heet? Die naam is afgeleid van de Spaanse uitdrukking: ‘La Immaculada Concepción’, wat in het Nederlands betekent
De Onbevlekte Ontvangenis’.
Conchita heeft dan ook haar naamdag op 8 december, de kerkelijke feestdag van Maria Onbevlekte Ontvangenis. Dit feest werd 150 jaar geleden door Paus Pius de IX ingesteld bij  de afkondiging van het dogma van Maria Onbevlekte Ontvangenis op 8 dec. 1854. Met deze uitspraak verklaarde hij dat “de leer dat de allerzaligste Maagd Maria vanaf het eerste ogenblik van haar Ontvangenis door een enige bijzondere genade en bevoorrechting van de almachtige God, omwille van de verdienste van Christus Jezus, de Zaligmaker van het menselijk geslacht, van alle smet van de erfzonde is gevrijwaard, door God is geopenbaard en door alle gelovigen als waarheid aanvaard moet worden”.
Dit werd op hemelse wijze door Maria bevestigd in Lourdes.
Op 25 maart 1858 vroeg Bernadette aan Maria: “Mejuffrouw, zou U zo goed willen zijn mij te zeggen wie U bent? Toen opende de Verschijning de handen, deed ze naar beneden uiteen, vouwde ze weer samen voor haar borst, sloeg de ogen ten hemel en antwoordde in het dialect dat Bernadette sprak:

“QUE SOY ER’IMMACULADO COUNCEPCIOU”
     IK BEN DE ONBEVLEKTE ONTVANGENIS”

Deze hemelse bevestiging van het dogma van Maria Onbevlekte Ontvangenis verwijst dus ondubbelzinnig naar de leer van de erfzonde. En dit was tevens de bevestiging van het feit dat Adam en Eva werkelijk bestaan hebben en als vertegenwoordigers (!!!???) van het menselijk geslacht voor een beslissende keuze op de proef werden gesteld om voor of tegen God te kiezen.
Laten wij na deze korte theologische uiteenzetting terugkeren naar het Garabandal van 18 juni 1961.

Het dorpskerkje.
garaban4
Het kerkje van Garabandal in 1961

Na deze eerste schokkende en overrompelende ontmoeting met St. Michaël op zondagavond 18 juni 1961, holden de zieneresjes, gedreven door hun godsdienstig instinct, naar het dorpskerkje van Garabandal. Toen zij bij de kerkdeur kwamen, durfden zij niet naar binnen te gaan en zij gingen achter de kerk staan te wenen Daar waren nog andere meisjes aan het spelen, die hen vroegen: “Waarom wenen jullie zo?” Ze zeiden dat ze een engel hadden gezien. Onmiddellijk gingen zij dat aan de onderwijzeres, Serafina Gómez-González vertellen. Verschrikt vroeg ze hen of het waar was dat ze een engel gezien hadden. Ze antwoordden bevestigend. Ze vroeg hen of het geen inbeelding was. Ze antwoordden ontkennend en dat ze werkelijk een engel gezien hadden.
Daarop stelde de onderwijzeres voor om een z.g. kruisgebed te gaan bidden voor het H. Sacrament om O.L. Heer te bedanken. Het kruisgebed bestaat uit zes Onze Vaders en zes Weesgegroeten
Waarschijnlijk is er nooit zo’n kruisgebed gebeden in de kerk als op dat moment in Garabandal. Nimmer  zo uit het hart en met zulk verlangen en behoefte om bescherming te zoeken bij de Persoon die waarlijk heel dicht bij hen was, de Levende God, vol van liefde, machtig en wiens wegen zo verborgen zijn en die ongetwijfeld de Auteur was van alles wat er zojuist was gebeurd.
Zo zijn we dan tegelijk met de zieneresjes ook aangekomen op de centrale plaats van het hele gebeuren van Garabandal, namelijk het katholieke kerkgebouw, de plaats waar het Onbloedig Kruisoffer van Golgotha dagelijks wordt opgedragen en gevierd; waar de geconsacreerde Hosties in het tabernakel worden bewaard; waar de Heer als God en als Mens werkelijk tegenwoordig is. Door de wildgroei echter van allerlei liturgische experimenten in de afgelopen tientallen jaren in vele parochies, is men er  niet meer zeker van of er in de parochie-kerken wel een geldige Eucharistieviering plaatsvindt.
Vele priesters  geloven niet meer in de transsubstantiatie, d.w.z. dat brood en wijn veranderd worden in het Lichaam en Bloed van Christus, zoals de kerk van Rome ons leert.
Ex-priester Huub Oosterhuis opende in oktober 2002 zijn  testament van ongeloof ten aanzien van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in de Eucharistie. Bij de uitvaart van prins Claus hield hij een preek en kreeg dezelfde week van de VU een eredoctoraat. Toch wil ex-priester Huub Oosterhuis liever nog  een andere erkenning. Hij zegt in VolZin, zoals de bundeling van De Bazuin en Hervormd Nederland heet:
“Waarvoor ik het liefst erkenning zou krijgen, is wat ik het ‘demasqué’ van de transsubstantiatie noem: de ontmaskering van de roomse overtuiging dat Christus werkelijk aanwezig is in het brood en de wijn. In die opvatting is de eucharistie volstrekt onschadelijk gemaakt, de truc der trucen geworden, zonder enige politieke relevantie. Daaraan heb ik iets gedaan. Want niet het brood is het lichaam van Christus, wij, de gemeente, zijn dat.”(Uit het katholiek Nieuwsblad van vrijdag 25 oktober 2002)
Deze giftige zinnen van ongeloof raken direct het hart van Garabandal. Het is het ongeloof onder priesters en theologen zoals dat in Garabandal werd voorspeld.
In de van Boodschap van 18 oktober 1961 werd namelijk onder meer gevraagd om dikwijls het H. Sacrament te bezoeken. Op 18 juni 1965 werd de 2e Boodschap gegeven. Daarin werd door de hemel geconstateerd dat men steeds minder waarde aan de Eucharistie ging hechten. Een profetie die helaas is uitgekomen.Wat leert de kerk van Rome over de Eucharistie?
Door middel van de Eucharistieviering wordt het Kruisoffer onder de mensen tegenwoordig gesteld. De Eucharistieviering is niet louter een symbolische voorstelling van een gebeurtenis uit het verleden, maar stelt de verheven daad die onze Heer op Calvarië volbracht en die de wereld verloste, werkelijk en actueel in ons midden tegenwoordig.
Het kruis had niet meer waarde dan de Eucharistieviering, omdat beide slechts één en hetzelfde offer zijn  en waarbij de hand van de Almachtige tijd en plaats opzij schuift. Priester en Slachtoffer zijn dezelfde, alleen de wijze van offeren verschilt.
De Eucharistieviering bevat alles wat Christus aan God opofferde en voor de mensen verwierf, en de offers van hen die de Eucharistie meebeleven en meevieren in het avondmaal van de communie, worden één met het grote offer van Christus.
Een oud gebed bezingt het mysterie van de Eucharistie als volgt : “O heilig gastmaal, waar Christus ons voedsel is, waar de herinnering aan zijn lijden wordt opgewekt, waar de genade onze ziel vervult, waar ons het onderpand van het toekomstige leven gegeven wordt”. Als de Eucharistie de gedachtenis van het paasmysterie van de Heer is, als wij door onze communie aan het altaar “met hemelse zegen en genade verzadigd worden”, dan is de Eucharistie ook een vooruitlopen op de hemelse heerlijkheid.
Tijdens het laatste avondmaal heeft de Heer zelf de aandacht van de leerlingen gericht op de voltooiing van het paasmysterie in het rijk Gods: “Ik zeg u: van nu af zal Ik niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het met u, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader” (Mt. 26,29).
Telkens wanneer de kerk de Eucharistie viert, herinnert zij zich deze belofte en keert zij haar blik naar “Hem die komt” (Apok.1, 4). In haar gebed vraagt zij om zijn komst: “Maranatha!” (1 Kor.16, 22). “Kom, Heer Jezus” (Apok. 22, 20). “Moge de genade komen en deze wereld voorbijgaan!”  De kerk weet dat de Heer nu reeds tot ons komt in de Eucharistie en dat Hij daar is, midden onder ons. Deze aanwezigheid is echter versluierd. Daarom vieren wij de eucharistie “hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias”  en bidden wij: “Ook wijzelf hopen daar [in uw rijk] eens te mogen zijn, om met hen [de overledenen] samen voor altijd te mogen genieten van uw Heerlijkheid. Dan wist Gij alle tranen uit onze ogen: wij zullen U zien, God van ons, zoals Gij zijt; voor eeuwig op U gelijkend, zullen wij eindeloos U prijzen, door Christus onze Heer”.
Van deze grote verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen, hebben we geen betrouwbaarder onderpand en geen duidelijker teken dan de Eucharistie. Telkens wanneer dit mysterie wordt gevierd, wordt inderdaad “het werk van onze verlossing voltrokken” en “breken wij het ene brood, middel dat onsterfelijk maakt, tegengif om niet te sterven, maar om voor altijd te leven in Christus”.
(Uit de Nieuwe Catechismus)

De pijnbomen.

Garabandal 15 2008
….dan ziet men al van verre de pijnbomen.

De pijnbomen zijn een groepje van negen dennenbomen die tegen een berghelling even boven Garabandal staan. Wanneer men vanuit het in het dal gelegen Cosio Garabandal nadert, dan ziet men al van verre de pijnbomen.
….”Kom hier niet dichterbij, maar doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waar ge staat is heilige grond”. (Exodus 5, 5), zo sprak God tot Moses. O.L. Vrouw zei tot de vier zieneresjes bij de pijnbomen: “Deze plaats is heilig! God houdt veel van deze plaats”.
De plaats waar de pijnbomen staan is voor vele pelgrims een ontmoetingsplaats geworden met de levende God. Een bovennatuurlijke Stilte omgeeft de pijnbomen.
Nadat Maria als O.L. Vrouw van de Berg Karmel voor de 1e keer op 2 juli 1961 aan de vier zieneressen was verschenen, leidde Zij de meisjes vele malen naar het kerkje, om haar Zoon in de geconsacreerde Hosties in het tabernakel te aanbidden. Uit eerbied, met hun gezicht naar het tabernakel gekeerd, leidde Zij de zieneressen achteruit lopend het kerkje uit.
In extase (in extatische marsen) leidde Maria de meisjes via de straatjes en het callega (het smalle holle, rotsachtige weggetje) via de berghelling naar de pijnbomen. Hier baden ze met Maria de rozenkrans en andere gebeden. Daarna gingen de meisjes razendsnel, achteruit-lopend, alsof ze vleugels aan hun voetjes hadden, weer terug naar het dorp om daar weer tot de normale toestand terug te keren. De getuigen die dit zagen, waren zeer verbaasd dat de meisjes, ook wanneer het donker was, hun nek niet braken als ze achteruit lopend op de steile rotsachtige, dikwijls door de regen spekglad geworden berghelling,  naar beneden gingen.
Wat is het bijzondere van deze dennenbomen?
Een dennenboom is op zich geen bijzondere boom. Er zijn er miljoenen van in de wereld.
Deze bomen echter zijn door hemel bedoeld als markeringspunt voor het blijvende teken dat na het Grote Wonder zal blijven.
Pepe Diez, de vroegere dorpsaannemer, vertelde aan Albrecht Weber, een Duitse uitgever, dat de grootvader van Conchita, Serafin senior, in zijn jonge jaren toen hij burgemeester was op het idee kwam dat ieder kind  ter herinnering van zijn of haar eerste communie een dennenboom zou planten op de berghelling even boven het dorp, als een symbool van zijn of haar leven. Van al deze geplante bomen zijn er maar negen overgebleven en uitgegroeid tot massieve bomen op een plaats waar Maria naar verwees met de woorden:
“God houdt veel van deze plaats. Deze plaats is heilig!”
Serafin González, de overleden broer van Conchita, bevestigde enige jaren geleden tijdens zijn trip met Albrecht Weber naar Fatima dat Maria inderdaad tegen de zieneresjes had gezegd dat deze plaats heilig is, en dat God van deze plaats houdt. Hij verklaarde dat Maria dat tegen de kinderen had gezegd toen zij vroegen of er een kerk bij de pijnbomen gebouwd moest worden. Maria antwoordde heel verrassend: :
“Nee, deze plaats is te heilig. God houdt zeer veel van deze plaats. Ik wens dat er een kleine witte kapel ter ere van Sint Michaël wordt gebouwd. De grote kerk zal beneden in het dal (Cosio) gebouwd worden.”
Albrecht Weber sprak daarover met de vroegere bisschop van Regensburg, Rudolf Graber z.g. over de verklaring: “Nee, deze plaats is te heilig”. Deze zeer Mariale bisschop  was professor in de mystieke theologie en kerkgeschiedenis. Hij antwoordde hem: “Dit is zeer aannemelijk, omdat een kerk niet alleen een plaats is voor Godsverering maar ook een plaats waar menselijke ijdelheid ten toon gespreid wordt, zoals dat gebeurt met kerkelijke  hoogwaardigheidsbekleders, priesters als ik, die denken dat zij boven iedereen verheven zijn.”
Als daar een blijvend teken komt, dan is er geen plaats voor een bouwwerk van mensen.
God zelf, zal een monument voor de mensheid achterlaten.”
Deze woorden overtuigden Weber en ze zijn voor hem een goede verklaring voor de anders zo moeilijk te vatten  woorden van Maria. Maar is dat de enige, overigens aanvechtbare verklaring van Mgr. Graber? Bij de afronding van mijn betoog kom ik daar later nog op terug.
In het begin van de verschijningen maakte de aartsengel Michaël gebruik van niet geconsacreerde hosties. Dat heeft hij lange tijd gedaan om de meisjes te oefenen in het waardig ontvangen van de Heer.Op 16 juli 1961, feestdag van O. L. Vr. van de Berg Karmel werden de meisjes om 5 uur in de morgen wakker. Ze werden voorbereid om de eerste van de rond 50 communies van St. Michaël te ontvangen , die in de loop van de daarop volgende weken aan hen zouden worden uitgereikt. Dit gebeurde met of zonder getuigen op diverse locaties, onder het afdak van het kerkje, (want sinds 23 aug. 1961 mochten de zieneresjes op last van de bisschop in extatische toestand niet meer in het kerkje), bij het cuadro, maar de meeste malen onder de pijnbomen.
Op die dag beklommen de meisjes in extase voor de 1e maal via de het steile bergweggetje, callega genaamd, naar de pijnbomen, waar rond vijf uur in de morgen de Aartsengel de communie gaf aan Mari Cruz en Conchita. Een uur later ontvingen Mari Loli en Jacinta ook de communie bij een rotsblok dat op een lager niveau dan de pijnbomen lag. Gedurende de hele periode van de verschijningen ontvingen de zieneresjes bijna iedere dag de communie, zowel gedurende de Eucharistie-viering in het dorp, als uit de handen van de engel wanneer er geen priester in het dorp was. De hemel wilde hiermee laten zien dat de dagelijkse communie een zeer groot goed is.
Hier in Nederland bijvoorbeeld, is dat uiteraard wegens het grote priestertekort veelal onmogelijk geworden. Maar de hoofdoorzaak is, dat de vijand in de Kerk is binnengedrongen. In de 2e Boodschap van 18 juni 1965 wordt daarnaar verwezen.
Het kerkje en de pijnbomen hebben door deze communies een zodanige mystieke band met elkaar gekregen, dat het ene naar het andere verwijst. De bevestiging van deze band was de betrokkenheid van pater Luis S.J. z.g. met Garabandal. We zullen daar nu nader op ingaan.
Pater Luis Andreu.

Pater Lui ziet het wonder
Pater Luis aanschouwt het Grote Wonder bij de pijnbomen Schilder impressie

Pater Luis Andreu kwam uit een heel vroom gezin. Hij had vier broers, waarvan er drie priester en Jezuïet zijn geworden. Hij was professor op het Seminarie in Oña, Nd. Spanje. Na zijn dood trad zijn moeder als weduwe in een klooster in de stad San Sébastian.
Op 8 aug. 1961 kwam hij voor de derde maal in Garabandal. Hij reed mee in de auto van ene mijnheer M. Rafaël Fontenada Ruplicado, ooggetuige van de laatste uren van pater Luis. Pater Luis scheen zeer ingenomen met de gebeurtenissen te Garabandal; ook met de kleine meisjes, zonder overigens te uiten, wat hij ervan dacht. Hij sprak over visioenen  in het algemeen; over de verschillende gradaties (of niveau’s) daarvan en het belang van psychologische studie om hierover gezond te kunnen oordelen.
Op 8 augustus  sprak pater Luis met Don Valentin Marichalar, pastoor van Cosio en Garabandal. Hij moest naar Torrelavega en gaf de sleutels van de kerk aan P. Luis, hem verzoekend die dag zijn herderlijke taak waar te willen nemen in Garabandal.
Padre Luis scheen hierover zeer verheugd en zei glimlachend: “Zo ben ik dan meteen pastoor van Garabandal.”
De H. Mis die de pater opdroeg, was zeer stichtend. Iedereen was erg onder de indruk.
In de loop van dezelfde ochtend hadden de kinderen een extase. Padre Luis bevond zich bij hen; en zoals hij de voorgaande keren had gedaan, noteerde hij ook nu al wat de kinderen deden en zeiden. Gedurende de extase scheen de pater zelf mee daarin verzonken te zijn. Stille tranen gleden zacht langs zijn  wangen. Men zag dat hij zich aanwezig voelde bij buitengewone gebeurtenissen.
De avond van diezelfde dag begaven de kinderen zich naar de pijnbomen. Ze waren weer in extase; zij bestegen de weg er naartoe en keerden er van terug met buitengewone snelheid. Terwijl ze bij de pijnbomen waren, onderzocht de pater hen met de grootste aandacht en nauwkeurigheid. Hij wilde het kleinste detail niet over het hoofd zien.Al gauw werd hij echter zodanig door emoties overweldigd dat hij zich tot viermaal toe  luidop liet ontvallen: Milagro! Milagro! Milagro! Milagro! (Een wonder! Een wonder! Een wonder! Een wonder!).
Terwijl de meisjes in extase de berg afdaalden in de richting van het dorp, zeiden zij dat ze zich naar de kerk begaven; intussen ging hun gesprek  met de H. Maagd voort.
Toen alles afgelopen was, gingen sommigen te voet van San Sébastian naar Cosio, anderen gingen met de jeep. Beleefdheidshalve stond men erop dat pater Luis instapte in de jeep. (Gewone auto’s konden er bijna niet komen omdat de weg naar Garabandal in 1961 slechts een ezelspad was met diepe plassen en gaten).
Pater Luis scheen buitengewoon gelukkig te zijn. Allen trouwens in de jeep voelden zich opgetogen. Herhaaldelijk gaf hij uiting aan zijn gevoelens van vreugde.
Tijdens het verdere verloop van de reis vroeg men hem of hij niet even wilde slapen. Dit deed hij ook, een uur ongeveer. Hij ontwaakte, even voordat men Reinosa bereikte, en zei: “Wat heb ik toch vast geslapen. Ik voel me uitstekend, helemaal niet meer moe.”
Intussen had iedereen slaap, want het was al vier uur in de ochtend. Men had even stil gehouden bij een fontein om er te drinken.
Padre Luis vroeg aan de chauffeur of hij al gedronken had, waarop deze antwoordde, dat hij zijn ogen had laten drinken, want die hadden de meeste ‘dorst’.
Verder rijdend, begon pater Luis weer te herhalen: “Ik ben overgelukkig en erg blij. Wat een geschenk toch van Maria! Wat een voorrecht zo’n Moeder te hebben in de hemel. We moeten geen angst hebben voor het bovennatuurlijk leven. We moeten omgaan met de H. Maagd net zoals de kinderen. Die hebben ons het voorbeeld gegeven. Ik heb niet meer de geringste  twijfel over hun visioenen. Dit is de gelukkigste dag van mijn leven.”
Na deze woorden hield hij op met spreken. De heer Fontenada stelde hem nog een vraag waarop hij niet antwoordde. “Pater”, vroeg hij, “is er iets?” Men dacht dat hij misselijk was geworden. Hij antwoordde: “Neen, niets, ik heb slaap.” Hij boog zijn hoofd voorover en men hoorde iets als een lichte hik. José Salceda keerde zich naar hem toe en zag dat zijn ogen helemaal gedraaid stonden. “De Padre is er erg slecht aan toe,” zei hij. Zijn vrouw voelde de pols, maar ze kon de polsslag niet voelen en verzocht daarom te stoppen. In Reinosa was een ziekenhuis. Men dacht nog altijd dat er sprake was van een kleine misselijkheid. Bij de kliniek aangekomen,  werd onmiddellijk aangebeld. Een verpleegster kwam en zag meteen dat de pater al dood was. Hoe verschrikkelijk het ook voor de betrokkenen was, toch voelde men naast droefheid ook een bijzondere vrede en had men een sereen gevoel dat men moeilijk onder woorden kon brengen. Het enige antwoord wat de betrokkenen konden geven op de vraag: “Waaraan is de pater gestorven?” was: “Hij is aan zijn vreugde bezweken.” Pater Louis Andreu stierf in de leeftijd van zes en dertig jaar. Enige dagen later werd pater Louis   begraven op het kerkhof van het seminarie van de Jezuïeten in Oña.
In 1976 werden zijn stoffelijke resten opgegraven en bijgezet in een ossuarium op het kerkhof van het Jezuïeten-klooster in Loyola.
Een verbazingwekkende openbaring
Op 2 augustus 1964 zond Conchita het volgende korte briefje aan pater Ramon Andreu SJ:
Weleerwaarde pater Ramon,
Op 18 juli had ik een locutie (het innerlijk horen van de stem van de Heer, van Maria, of van een ander hemels wezen). En in deze locutie vertelde de H. Maagd mij dat op de dag na het wonder uw broer uit zijn graf zal worden genomen en dat men zijn lichaam onbedorven terug zal vinden.
Pater, ik heb het aan niemand verteld, behalve aan een jonge vrouw, zij is de enige die het weet.
Overgebracht van het kerkhof in Oña in 1976 naar het Jezuïetenkerkhof in Loyola (Baskenland), rusten de stoffelijke resten van pater Luis in een zeer kleine nis van het ossuarium. De profetische gebeurtenis is reeds gedeeltelijk vervuld, namelijk het volledig vergaan van zijn lichaam. Maar de toekomstige  heropbouw van zijn lichaam door een Goddelijke bovennatuurlijke tussenkomst, zal uniek zijn in de gehele geschiedenis van de Kerk en van de mensheid.
De kerk heeft in haar geschiedenis vele heiligen, van wie het lichaam niet is vergaan, zoals de H. Catharina Labouré (1806 -1876) van de wonderdadige medaille, Bernadette Soubirous, de zieneres van Lourdes (1844-1879), de Libanese heilige Charbel Makhlouf (1828-1898) en zovele anderen voor of na hen.
Maar dit is een volgende Goddelijke stap van de Heer in de kerkgeschiedenis om zijn kinderen troost te schenken, omdat Hij het bederf en de dood in al haar verschijningsvormen door zijn verlossend Lijden heeft overwonnen. Een soort hemelse reclame voor de overwinnaar op de dood, de HEER JEZUS.
De volledige heropbouw van het lichaam van pater Luis verbindt hem op een mysterieuze manier met bepaalde profetische teksten van het oude en nieuwe testament. Bij Ezechiël 37, 1-14 lezen wij onder meer: “En Hij sprak tot mij: Gij moet over deze beenderen profeteren en zeggen:Waarachtig, Ik ga een geest in u brengen, opdat gij weer levend wordt. Ik zal u spieren opleggen, vlees over u laten groeien, een huid over heen trekken, en een geest in u storten, opdat gij levend wordt. Zo zult gij erkennen dat Ik Jahweh ben …”, enz.
En bij Matteus 27, 51-52: “En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën van boven tot onder; de aarde beefde, en de steenrotsen spleten vaneen; de graven gingen open, en vele lichamen van ontslapen heiligen verrezen…”, enz.
Om terug te komen op de openbaring over pater Luis: Daarmee is niet gezegd dat hij van de dood zal opstaan. Maar het absoluut ongekende karakter van het wonder zal liggen in het zeer unieke herstel van zijn lichaam, wat Conchita in sept. 1965 nog eens nadrukkelijk heeft gezegd: “Pater Luis zal gevonden worden, precies zoals hij was ten tijde van  zijn begrafenis, geheel in zijn oude staat, echt en verduurzaamd. Of beter gezegd: “onbedorven!”

Zie ik maak alles nieuw!!!
Laten wij nu terugkeren tot de brandpunten van Garabandal: Het cuadro, het kerkje en de pijnbomen.
Herinneren wij ons dat de zieneresjes op deze plaats speelden op enige meters afstand van de appelboom. We hebben uiteengezet hoe deze appelboom het symbool is van de erfzonde, symboliserend de val van het eerste mensenpaar, waardoor de zonde en dood hun intrede deden in de geschiedenis van de mensheid.
Hier verscheen de aartsengel Michaël op 18 juni 1961. Deze engel staat bekend om de strijd tegen Lucifer en de zijnen. Zijn terugkeer naar de wereld duidt erop dat wij in de tijd zijn aangekomen van de eindstrijd en dat de verlossing van de mensheid een zichtbare realiteit gaat worden.
En dan het kerkje, de plaats waar het verlossend Kruisoffer van de Heer Jezus op onbloedige wijze tegenwoordig wordt gesteld door het Eucharistisch offer. En tenslotte de pijnbomen, de mystieke plaats van Garabandal, de plaats waar van waaruit het Grote Wonder zal plaatsvinden. Een Wonder dat veel indrukwekkender zal zijn dan het Zonnewonder van Fatima. Het zal plaatsvinden op een donderdag,
‘s avonds om half negen. Het zal een kwartier duren. Daarbij zullen de zieken genezen. Ongelovigen en zondaars zullen zich bekeren. Het zal samenvallen met een feest van een Eucharistische martelaar en een belangrijke gebeurtenis in de Katholieke Kerk.
Na het Grote Wonder zal er bij de pijnbomen een kolom of een zuil van licht zijn, die er altijd zal blijven. Men kan dat fotograferen en met video-camera’s opnemen.
Conchita omschrijft  het ‘Grote Wonder’ als een openbaring van Gods grote Liefde en barmhartigheid voor de mensheid. En nu komen we tot de slotanalyse van ons betoog. Het is duidelijk dat het Grote Wonder in het teken staat van de Eucharistie en van het priesterschap. Op (Witte) donderdag in de avond heeft Heer tijdens zijn Laatste Avondmaal de Eucharistie ingesteld. In Garabandal zal op dezelfde weekdag het Grote Wonder plaatsvinden. De twee Boodschappen van Garabandal verwijzen ernaar. Pater Luis Andreu droeg in Garabandal zijn laatste H. Mis op in de oude ritus van de katholieke kerk. Deze z.g. H. Mis van Paus Pius V bracht het offerkarakter beter naar voren dan de nieuwe ritus van het tweede Vaticaans concilie, waarbij het avondmaalkarakter meer wordt benadrukt.
Als priester aanschouwde Pater Luis Andreu bij de pijnbomen het Grote Wonder. Het zien daarvan veroorzaakte bij hem een zodanige intense vreugde teweeg dat hij eraan bezweek.
Deze priester, die op 8 aug. 1961 in het kleine dorpskerkje van Garabandal in persona Christi  voor de laatste maal in zijn priester-leven het onbloedig Kruisoffer van Golgotha opdroeg, mocht ‘s avonds als priester bij de pijnbomen het z.g. Grote Wonder aanschouwen. En nu komt u, lezer, tot deze vraag: “Waaruit zal het Grote Wonder bestaan?”
Herinneren wij ons wat Conchita daarover ons heeft gezegd:”Het zal een openbaring van Gods liefde en barmhartigheid voor de mensheid zijn.”
Het is duidelijk dat wij maar één conclusie kunnen trekken. In het z.g. Grote Wonder zien wij de vruchten van de Verlossing door het Kruisoffer van de Godmens op Golgotha. In elke Eucharistieviering worden wij daaraan herinnerd en erbij betrokken.
En waaruit bestaan die vruchten? Deze zijn onvoorstelbaar. Om er enige van te noemen:
1.   Door zijn lijden en dood heeft Hij de dood overwonnen en is op de 3e dag verrezen.
2.   Door het doopsel zijn wij met Hem begraven en door Hem zullen wij ook met Hem verrijzen.
3.   Een ander tot de verbeelding sprekende vrucht is De Nieuwe Schepping.
Daar de mensheid onafscheidbaar is van de stoffelijke wereld, ontstaat er, dank zij de Menswording,  een nieuwe wereld, een geheel nieuwe schepping. Dit is het kosmisch aspect van de Verlossing, die een ware ‘herschepping’ is. Denk maar aan de woorden van een kerkelijk  liedje:”Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde!” In Garabandal zal dus een ontzaglijke menigte dit visioen van Johannes, de nieuwe schepping, mogen aanschouwen. Die machtige, verlossende en herscheppende macht van de Heer zal zich vertalen in de genezing van de aanwezige zieken en tot bekering leiden van de ongelovigen.
Na deze manifestatie van Gods liefde zal bij de pijnbomen een zuil van licht verschijnen, die er altijd zal blijven. Een teken dat de kerk en de wereld eraan zal blijven herinneren dat lijden en dood niet het laatste woord hebben in de wereldgeschiedenis, maar dat de Heer door zijn verlossende kruisdood doorgaat om op onze puinhopen, veroorzaakt door de zonden, een nieuwe wereld te bouwen.
Deze kolom van licht is dus het blijvende teken dat verwijst naar de Nieuwe Schepping.
Om deze reden vermoed ik dat de hemel niet wil dat er bij de pijnbomen een kerk gebouwd wordt. Want in het kerkgebouw wordt dagelijks op onbloedige wijze de verlossende Kruisdood van Christus voltrokken. In de Nieuwe Schepping zijn lijden, zonde en dood voorgoed verleden tijd.
De hemel wenst dat  in het dal van Cosio, symboliserend het ‘tranendal’, een kerk gebouwd wordt.
Vele andere vruchten zal het ‘Grote Wonder’ gaan voortbrengen. Om er enkele van te noemen:
1.   Een verhelderend theologisch inzicht in de viering van de Eucharistie.
2.   Een verzoening tussen de aanhangers van oude H. Mis van Pius V en de Novus Ordo.
(De  Eucharistievieringen volgens het 2e Vaticaans Concilie)
3.   Herbezinning op en herstel van de liturgische discipline.
4.   Heroriëntatie van de priester-opleidingen
5.   Verzoening tussen de Reformatie, de Orthodoxe Kerken en de katholieke Kerk.
Een eenwording welke in Garabandal is voorspeld
6.   Het is bovenal een Goddelijk genade-aanbod voor Kerk en Wereld om tot bekering te komen.

Maria heeft in Garabandal gezegd dat haar Zoon zal wederkomen. Het is niet voor niets dat Zij voor de 1e maal in Garabandal is verschenen op 2 juli 1961, het kerkelijk feest van Maria visitatie, het feest van haar bezoek aan haar nicht Elisabeth, toen Zij in verwachting was van de Heer. (Nu verplaatst naar 31 mei).
En nu bereidt Zij in Garabandal zijn 2e komst voor. Hoe wij deze 2e komst moeten voorstellen, dat ligt verscholen  in de nevelen van de toekomst. De verdienste van professor F. Rutten is dat hij ons bewust heeft gemaakt van die tweede Wederkomst.
Garabandal is een ontzaglijke genade-injectie voor Kerk en Wereld. De voorbereiding daartoe zal de z.g. Waarschuwing zijn. Kerk en wereld zullen zich binnen afzienbare tijd in de bovennatuurlijke biechtstoel bevinden, als een geestelijke voorbereiding op en een zuivering voor het ‘Grote Wonder’.
Wanneer na het Grote Wonder binnen een bepaalde tijdslimiet deze Goddelijke handreiking wordt afgewezen, dan zal Gods Rechtvaardigheid in werking treden. Dan zal de wereld getroffen door de zuiverende Hand van de Heer. Daarna zal het tijdperk van het Rijk Gods aanbreken, dat een tijdelijke afspiegeling zal zijn van het eeuwige Godsrijk in de Nieuwe schepping.
Beste lezer, ik heb gepoogd u te doen delen in mijn gedachten over en mijn ervaringen met Garabandal. Ik ben geen theoloog, maar slechts een gewone leek die zich zijn beperkingen op dat gebied maar al te zeer bewust is. Getrainde theologen en priesters die trouw zijn aan de r.k. leer, mogen mij corrigeren als er theologische onzin naar voren is gebracht. De Heer moge het mij vergeven. Uw  reactie is van harte welkom. Dank u wel!

Tekst uit de Traditie

De Kerk, waartoe wij allen in Christus Jezus geroepen zijn en waarin  wij door de genade van God de heiligheid verwerven, zal slechts in de  hemelse heerlijkheid voltooid worden, wanneer de tijd van het herstel  van alle dingen zal aanbreken.

Het beloofde herstel waarnaar wij uitzien, is in Christus reeds begonnen; de zending van de heilige Geest heeft het op gang gebracht en  door de Geest zet de Kerk het voort. In afwachting van de komst van de  nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarin gerechtigheid woont, draagt  de pelgrimerende Kerk, in haar sacramenten en instellingen, die tot  deze tijd behoren, de trekken van deze eeuw die voorbijgaat en houdt  zij verblijf tussen de schepselen, die zuchten en barensweeën lijden,  altijd door, en uitzien naar het openbaar worden van de kinderen van  God.

Sterk in het geloof, verwachten wij Christus Jezus, die ons armzalig lichaam zal herscheppen om het gelijkvormig te maken aan zijn verheerlijkt lichaam.

Uit: Lumen Gentium, hoofdstuk VII, paragraaf 48

 

=========================