Een Gedenkwaardig Interview met een groot Bisschop over Garabandal.
Door Pastoor Alfred Combe z.g., vroegere promotor van de Franse Garabandal beweging
Allereerst, mijn eerste ontmoeting met deze heilige bisschop, waarover ik later zal spreken, vond plaats in het Bisschoppelijk paleis in Leiria in 1961.
Ten tweede wist ik dat hij bij gelegenheid van twee reizen naar de Verenigde Staten, tweemaal Conchita had bezocht, de voornaamste zieneres van Garabandal, die sinds haar huwelijk (in 1973) in New York woont. Deze bezoeken waren geen toeval, want Conchita was goed bekend bij Zr. Lucia.
Ten derde een belangrijk detail: Ik droeg aan mijn rechter hand een ring, die de grote apostel van Garanbandal, Joey Lomangino, mij in 1977 had gegeven toen ik New York bezocht. Hij had hetzelfde geschenk aan Conchita gegeven en aan een paar priesters en leken, allemaal promotors voor de Gezegende Maagd, als teken van onze ‘gemeenschap’ en samenwerking in het verspreiden van de boodschap van Onze Lieve Vrouw.
Bisschop Venancio:” Beste Pastoor, mijn geheugen laat mij in de steek. Zou u het eens willen opfrissen?”
Pastoor C.: “De eerste was in 1961. Ik was uit Frankrijk gekomen om u te smeken om een beeld van Onze Lieve Vrouw van Fatima voor het grote Frans-Portugese Festival, dat ik dat jaar aan het organiseren was in het district Lyon, een gebeurtenis die een geweldige indruk maakte op de hele regio, omdat de groep meer dan 10.000 mensen bevatte.”
Bisschop: “Ik herinner me dat precies. Ik gaf u een speciaal gezegend beeld, één van de vier beelden , die de Tocht van de Vrede na de Tweede Wereldoorlog gemaakt hadden.
Op die Dag van Aanbidding stuurde ik de Rector van het Heiligdom van Fatima naar u toe met de opdracht om u dat beeld van Onze Lieve Vrouw te geven. Bij zijn terugkomst uit Frankrijk vertelde hij mij over deze grote en schitterende Frans-Portugese festiviteiten, de esthetische kwaliteit en het religieuze programma, welke een geweldige indruk op hem hadden gemaakt.”
Pastoor C.: “Maar al dit succes, Excellentie, kwam door Gods genade en het resultaat van uw welwillendheid. ( Mgr. Joao Pereira Venancio .z.g.)
Wist u dat dit beeld van Onze Lieve Vrouw van Fatima de ‘draagster’ was van veel geestelijke en tijdelijke zegeningen? Het wordt momenteel nog steeds vereerd in mijn privé-kapel.
Wat betreft onze tweede ontmoeting, dat was hier ver vandaan en slechts op foto’s, in het huis van een jonge vrouw die u in New York heeft bezocht. Ik zag u op foto’s met haar man en kinderen. Zij was iemand die Zuster Lucia kende.”
Bisschop: {zonder aarzeling)” In het huis van Conchita van Garabandal, ja. Beste Pastoor, ik heb gezien dat u aan uw vinger een ring draagt, die mij meer vertelt dan u beseft. Trouwens om u de waarheid te zeggen, ging ik inderdaad Conchita in New York bezoeken. Ik was verrukt tijdens de uren, die ik bij haar thuis met haar gezin doorbracht. En, ik zal u iets zeggen. Zij kreeg de fijngevoelige gedachte om de ring van haar vinger te nemen -dezelfde die u draagt – en haar aan mij te geven ,terwijl zij zei: “Excellentie, ik geef deze aan u, maar alleen tot uw dood.” Ik nam haar aan en ik droeg haar, net als u, door de jaren heen naast mijn bisschopsring.
Zoals u zich kunt voorstellen, wekte dit eindeloze speculatie -ook niet altijd even discreet -zelfs van de kant van enkele van mijn medebisschoppen. Ik droeg die ring tot dit jaar (1983). Maar, omdat ik gevorderd in leeftijd ben, wilde ik dat die ring voor mijn dood naar de eigenaar terugging. Daarom stuurde ik de ring een aantal weken geleden terug naar Conchita, met een bedankbrief en mijn meest hartelijke zegen.”
Pastoor C.: “Excellentie, wat u mij verteld heeft komt als een nieuwe onthulling en ik dank u, dat u mij daarvan deelgenoot hebt gemaakt.”
Bisschop:” Mijn beste Pastoor, dan bent u dus de Franse priester, die werkt om de Boodschap van de verschijningen van Onze lieve Vrouw van de Berg Karmel in Garabandal in Spanje te verspreiden?
Pastoor C.: ” Ja, Excellentie en om .die reden heb ik het genoegen om . u vandaag te ontmoeten.” Toen, beste lezers en vrienden, gebeurde zoiets onverwachts, zo verbazends, dat ik aarzel om het te vertellen. Niettemin moet ik het in eenvoud zeggen: Bisschop J. Venancio Pereira stond op en knielde aan mijn voeten. Toen nam hij mijn handen in de zijne en terwijl hij mij recht in de ogen keek zei hij: “Gezegent zij u en dank u beste Pastoor, voor het prachtige apostolisch werk wat u doet voor Onze lieve Vrouw van de Berg Karmel van Garabandal.”
Toen ging de Bisschop weer zitten, terwijl hij mij aankeek.
Pastoor C.: “Ik ben verbijsterd door uw geste, Bisschop, maar erg gelukkig met uw woorden; niet voor mijzelf maar voor de Boodschap van Garabandal.”
Bisschop:” Deze boodschap, gegeven door de Gezegende Maagd Maria in Garabandal is dezelfde die in Fatima gegeven is, maar aangepast voor onze tijd
Pastoor C.: “Ik heb dat altijd zo gedacht, Excellentie, maar u benadrukt het woord ‘aangepast’. Kunt u dat toelichten?”
Bisschop: “Het is heel eenvoudig. In 1917 in Fatima waarschuwde de Gezegende maagd Maria ons niet voor de crisis, die ons nu ernstig in het hart van de Kerk treft: de crisis over de geloofsleer, de catechismus, de moraal, de liturgie, de discipline, het priesterschap en het religieuze leven enz., en de daaruit resulterende grote verwarring van de gelovigen. Waarom? Omdat er in 1917 geen reden was om ons voor deze gevaren te waarschuwen. .In feite was de situatie, wat de bovengenoemde punten betreft, vrij normaal, zo niet perfect.
Denk er eens aan hoe het in die tijd was: De Eucharistische vroomheid, Mariadevotie, het Christelijk zondebesef, het veelvuldig ontvangen van het Sacrament van de Biecht, de Liturgie, de trouw aan de Paus als opvolger van Petrus. In Garabandal was de situatie in 1961 en daarna volslagen anders. Wij zagen de dreigende grote gevaren niet. Maar de Gezegende Maagd Maria zag ze wel. En omdat zij Moeder en Profeet is , kwam zij naar dit kleine Spaanse dorp om ons een expliciete waarschuwing te geven en om ons nogmaals op te roepen tot gebed, offer, de biecht en bekering. Met andere woorden, in Garabandal kwam zij om haar Boodschap van Fatima voor de Kerk van vandaag aan te passen.”
Pastoor C. :”Conchita van Garabandal heeft vaak gezegd dat de Boodschap van Onze Lieve Vrouw van de Berg KarmeI een ‘Boodschap van Redding’ was. Wij kunnen daarom toevoegen, ‘Boodschap van Redding voor onze tijd.
Bisschop: “Dat is voor mij zonneklaar.”
Pastoor C.: “Wat u zegt over de crises en de daaruit ontstane verwarring in het eigen hart van de Kerk doet mij denken aan iets wat iemand anders eens zei, een groot theoloog, Pater Lucio Rodrigo, emeritus Rector van het oude Bisschoppelijke Universiteit te Comillas in het bisdom Santander. Na de verschijningen van Garabandal, rond 1967, maakte ik kennis met deze Jezuïet.
Wij werden grote vrienden. Eens zei hij tegen mij: “In Garabandal heeft de Gezegende Maagd een crisis onder de priesters en verwarring in de Kerk voorzegd. Deze profetie is helaas werkelijkheid geworden met een omvang een gewicht en een snelheid; die niemand in dat kleine dorp had kunnen voorzien. Zelfs wij theologen met onze uitgebreide kennis hadden niet de minste verdenking.” En deze vooraanstaande theoloog voegde daaraan toe: “Voor mij was dat alleen al voldoende bewijs dat de Boodschap van Garabandal van bovennatuurlijke oorsprong is.”
Bisschop: “Dat is gerechtvaardigd en zeer verhelderend, hoewel het Garabandal niet ontbreekt aan andere bewijzen van geloofwaardigheid, zoals u weet. Maar vertel me nu eens, beste Pastoor, hebt u nog recent nieuws gehoord (Interview uit 1985) van Conchita en haar vrienden? Kunt u mij vertellen hoe naar uw mening de Bisschop van Santander en Rome denken over Garabandal?”
Wat dit punt aangaat, maakte ik deze vermaarde prelaat het beetje nieuws wat ik had bekend Ik zal dit hier niet vermelden omdat het nieuws gedateerd is. Daarnaast zou ik namen moeten noemen van mensen die nog in leven zijn en door dat te doen zouden de grenzen van de discretie worden overschreden.
Hier volgt hoe ons gesprek eindigde.
Pastoor C.: Ik dank u zeer oprecht, Excellentie, dat u mij dit interview heeft toegestaan. Ik zal uw woorden in mijn hart bewaren als een bron van vreugde en vrede.
Zou ik u, voordat ik afscheid neem, nog een gunst mogen vragen, en wel uw zegen voor mijzelf en voor mijn groep Franse pelgrims?
Bisschop: Met heel mijn hart, beste pastoor. Eerst voor u, daarna voor uw groep. Ik knielde voor de Bisschop en hij gaf mij zijn zegen.
Terwijl ik opstond zei ik: “Dank u, Excellentie.”
Bisschop: Wat de zegen voor uw groep betreft, uzelf zult die geven in mijn naam. Ik geef u een speciale toestemming. Ik machtig u om in mijn naam mijn bisschoppelijke zegen te geven aan uw groep. In ruil daarvoor wil ik de uwe ontvangen.
Ik had tot op zekere hoogte bedenkingen. Echter op aandringen van de Bisschop (die al voor mij aan het knielen was) gaf ik toe. En zo gebeurde het, dat ik met grote emotie, met heel mijn hart, deze grote en heilige eminente Bisschop van Fatima zegende. Wat een gedenkwaardig interview! Ik verklaar voor God, dat dit verslag nauwkeurig en getrouw is weergegeven. Ik draag dit op aan alle goede werkers van Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel om zowel hen als alle bisschoppen en priesters van de Kerk te bemoedigen.❑
✞